Sneeuw, steden en een slome terugreis - Reisverslag uit Alphen aan den Rijn, Nederland van Stefan en Liesbeth Leede en Kroone - WaarBenJij.nu Sneeuw, steden en een slome terugreis - Reisverslag uit Alphen aan den Rijn, Nederland van Stefan en Liesbeth Leede en Kroone - WaarBenJij.nu

Sneeuw, steden en een slome terugreis

Blijf op de hoogte en volg Stefan en Liesbeth

08 September 2012 | Nederland, Alphen aan den Rijn

Vrijdag 31 augustus

Calolziocorte - Valparola/Falzaregopas - Rifugio 5 Torri - Rifugio Scoiatolli

Onbijt in het hotel is uiteraard in Italiaanse stijl. Zoete croissants, yoghurtjes met fruit, keiharde muziek van de radio en natuurlijk cappucino. We gaan op reis naar de Dolomiti, wat betekent dat na een bezoekje aan de supermarkt onze wegen scheiden: Lies en Pauline rijden met de Panda, ik met de camper. We spreken af op de parkeerplaats op de Passo Valparola. Het plan is daar vandaan naar de parkeerplaats bij Rifugio Cinque Torri te rijden en daar vandaan in ongeveer een half uur te lopen naar Rifugio Scoiatolli, waar we vanavond overnachten.
Aanvankelijk zijn we van plan via Belluno te rijden want ik wil zo min mogelijk passen doen. Maar ik besluit mijn route te veranderen en via Bolzano en het Gadertal in 1 klap naar de Passo Valparola te rijden. Het 'reisewetter' is niet om over naar huis te schrijven. Onderweg dreigen dikke, grijze wolken en af en toe hoost het flink. Dit heeft ook gevolgen voor het verkeer, in de buien remt alles flink af. Ook is er een grote stroom vakantieverkeer die juist vandaag noordwaarts keert; veel Duitsers, waarschijnlijk op weg naar huis. Dat levert me een half uurtje filerijden op de verbindingsweg naar de autoroute Brennero. Deze snelweg is tweebaans, door de drukte wisselt het tempo van normaal tot stapvoets. Al met al schiet het niet op, het is maar goed dat we een hele dag hebben uitgetrokken voor de reis.
Vlak voor mijn afslag (Bressasone/Brixen) laat ik de camper vollopen met diesel. Brr, het is hier beduidend kouder dan in Calolziocorte! De pompbediende spreekt me aan in het Duits - welkom ik Sudtirol. Hij vertelt me dat er op 2000 meter sneeuw ligt. 2000 meter? Dat is niet heel hoog... en lager dan de pas waarheen ik op reis ben, denk ik...
Even later verlaat ik de snelweg (dag file) en rijd ik het dal van Bruneck/Brunico in. Zware wolken hangen in het dal, het regent voortdurend. Links van me, op de andere weghelft; een lange file slecht weer ontvluchtend vakantieverkeer. Rechts van me, naast de weg, gelukkig een stukje lager; een woeste, overstroomde beek met bruin water en stukken boom erin. Gelukkig zijn de bruggen nog heel, ik sla rechtsaf het Gadertal in. Dit is op de kaart een geel weggetje, gelukkig vallen de haarspeldbochten wel mee en heb ik weinig tegenliggers. Op enig moment lijkt de TomTom in de war te zijn - als ik tegen het rij-advies in op m'n gezond boerenverstand een afslag neem, ben ik opeens een half uur eerder op mijn eindbestemming...
Vlak voor de Valparolapas wordt het mistig. Als ik de pas bereik, is de regen veranderd in een natte sneeuwjacht. Lies en Pauline zijn er nog niet, ik zet dus maar alvast de verwarming van de camper aan. Even later zijn ze er en doen we de laatste spullen in de rugzakken. Buiten begint het te schemeren, niet heel ver weg horen we onweer en ik moet met de krabber de ramen sneeuwvrij maken; het nodigt niet echt uit om te gaan wandelen.
Gelukkig blijkt de sneeuw van korte duur. Ik wil de camper op Passo Falzarego parkeren (waar we nu staan is een 'kundenparkplatz' voor bezoekers van de hut), een dikke kilometer verderop; het is krap 100 meter lager maar daar is de sneeuw veranderd in regen. Dan rijden we naar beneden, richting Cortina d'Ampezzo; en dan weer omhoog naar Rifugio Cinque Torri.
Gelukkig is het nog redelijk licht als we daar parkeren, vlakbij de rode Citroen Xantia van Howard en Ezra, die al in de hut zitten (zo blijkt per SMS). Het regent maar we hebben wel uitzicht. Monte Averau, een paar 100 meter hoger dan wij, en de andere omliggende bergen zijn bepoederd met verse sneeuw. In vol ornaat - regenjassen, regenbroeken en rugzakregenhoezen - gaan we op pad. Twintig minuten later zijn wij er ook. De regen is inmiddels gestopt maar de bergen spelen verstoppertje achter grijze wolken.
Rifugio Scoiatolli heeft de locatie en het interieur (klimfoto's) van een berghut, maar je kunt er douchen en dat is inbegrepen bij de prijs... en ze hebben gratis wifi... eigenlijk meer een berghotel dan een berghut. We mogen de natte spullen te drogen hangen in de kelder en daarna schuiven we meteen aan voor het eten. Morgen willen we klimmen bij de Cinque Torri... we hopen vurig dat het weer goed genoeg zal zijn. De weersverwachting - met dank aan Pauline's smartphone en de wifi van Scoiatolli - is een beetje tweeslachtig.
Tot de 'huttenruhe' van tien uur vermaken we ons met bijpraten en Fokke/Sukke-kwartetten.



Zaterdag 1 september

Rifugio Scoiatolli - Rifugio Nuvolao

Als we wakker worden, is het weer een klein beetje opgeknapt. Nog steeds veel wolken maar af en toe piept er een waterig zonnetje tussendoor. Bij een tegenvallend ontbijt (oploskoffie?!?) gapen Howard en ik de zuidwand van de Tofana di Rozes aan: een indrukwekkende wand van bijna 1200 meter hoog waar wolkenslierten omheen kolken. Voor mij heeft hij wel wat weg van de Eiger noordwand, erg indrukwekkend. De normaalroute door deze wand, de 'via Dimai/Eotvos', staat stiekem op mijn verlanglijstje . Ehm, nu niet meer stiekem dus :-) jammer genoeg is het van dat weer waarbij er elke paar uur een soort rad van (on)fortuin draait. Na het ontbijt betrekt het, wordt het grijs en begint het te regenen. Een beetje stuurloos zitten we in de hut, we weten niet goed wat te doen. Alleen Pauline blijft binnen en leest haar boek, zij is dan ook de enige die droog blijft deze ochtend... de rest trekt de regenkleren aan en gaat naar buiten. Ezra en Lies geocachen wat en lopen langs de gerestaureerde loopgraven van artilleriestellingen uit de eerste wereldoorlog. Howard en ik verkennen de klimmogelijkheden van de Cinque Torri. Het is een natte, mistige bedoening. volgens Lies zouden Howard en ik hier als 'echte klimmers' natuurlijk gewoon moeten gaan klimmen. Eenmaal onder de Cima Grande ben ik wel in de verleiding. De rots is nat maar de 'via della Guide' ziet er ook met natte rots wel doenbaar uit. In Belgie klim ik 's winters ook weleens routes op natte rots. Maar goed, bij twijfel is het devies 'even kijken wat het weer doet'.
En wat doet het weer? Het gaat weer regenen. En waaien.
Met guur en onaangenaam weer lopen Howard en ik tussen de rotspartijen van de Cinque Torri door. Howard bekijkt wat behaakte routes en voelt wat grepen. Ik 'lees' met hem mee en maak wat foto's van de rotsen, die schots en scheef door elkaar staan en af en toe in de grijze mist verdwijnen - een mysterieus en onheilspellend gezicht.
Na enige tijd hebben heb ik zelfs van rondkijken genoeg. Howard ook en dus gaan we terug naar de hut. Het is echt 'warme chocolademelk'-weer. Eenmaal daar besluiten we het klimmen te laten zitten voor vandaag en naar boven te lopen, naar Rifugio Nuvolao, waar we vanavond overnachten.
Zo gezegd, zo gedaan. Een breed pad brengt ons onder de Forcella Averau. Als we daar komen, is het inmiddels opgehouden met regenen. Normaalgesproken zou ik niet blij zijn - hadden we toch kunnen klimmen! - maar ik ben al lang blij dat we niet de hele tijd in de regen lopen. Het is geen lange tocht naar Nuvolao, een 'echte' berghut; geen douches, geen wifi, wel regenwater, 1 kraantje en 2 WC's model 'gat in de grond' buiten de hut. Onderweg wordt er nog een geocache gelokaliseerd en een laatbloeiende Edelweiss (Stella Alpina in het Italiaans).
Ondanks het weer zijn we niet de enige gasten. Er blijven ook best wel wat mensen slapen. Een internationaal gezelschap: naast ons natuurlijk Italianen, maar ook Duitsers, Fransen en (vermoedelijk) Oost-Europeanen die Engels met elkaar spreken.
Het weer blijft 'rad van fortuin'-en. Het ene moment trekt het open, is er wat zon en kun je hopen op grootste avonturen; het volgende moment trekt het dicht en vallen er dikke spetters. Wel lijkt het 's middags iets beter te zijn dan 's ochtends - iets dat klopt met de weersverwachting. We maken dus toch maar aarzelend een plan voor morgen; met z'n allen afdalen naar Rifugio Averau; de 'dames' wachten daar terwijl de 'heren' de klettersteigspullen uit de auto halen; en dan de Monte Averau beklimmen met de via ferrata daar.
Na het avondeten is er tijd om de poezen van de hut te aaien (er komt er zelfs eentje op schoot) en wordt er met overgave Grote Dalmuthi gespeeld.



Zondag 2 september

Rifugio Nuvolao - Rifugio Scoiatolli - Rifugio 5 Torri - Brusaporto

Vroeg op vandaag want we kunnen ontbijten tot 8.00 uur. Vannacht heeft het behoorlijk geregend, buiten is alles nat. De weg naar beneden gaat sneller naarmate je meer alpiene ervaring hebt... aanvankelijk is er een mager zonnetje om de rotsen op te drogen, maar gaandeweg verdwijnt deze in de wolken en dan - jawel - gaat het weer regenen. Schiet NIET op zo!
We dalen dan maar met z'n allen af naar Scoiatolli. Als we daar binnenkomen zitten de gasten nog aan het ontbijt. Er is een bruiloft geweest gisterenavond (of die komt nog), de gelagkamer is gereserveerd voor de gasten. Gelukkig is er nog een apart 'gastezimmer' waar wij kunnen zitten. Dankzij wifi en Pauline's Iphone kunnen we de weersverwachting bekijken. Jammer genoeg stemt dat niet vrolijk. Vandaag zou een 'aardige dag' zijn maar als we naar buiten kijken, zien we wat dat blijkbaar betekent; mist, wind en regen. De verwachtingen voor de komende dagen zijn niet anders. We bekijken wat alternatieven waaronder Arco en Lecco, maar de hele Alpen zijn schijnbaar gehuld in twijfelachtig weer. Het lijkt alsof de weersknop is omgezet op 31 augustus. Eén ding weten we zeker, hier willen we niet blijven want dit soort 'aardige dagen' gaan niet resulteren in de beklimmingen die we wilden uitvoeren...
Dat maakt dat onze wegen alweer gaan scheiden. Lies, Pauline en ik gaan richting het westen want morgen vertrekt Pauline van Malpensa airport. Howard en Ezra moeten op tijd terug naar Nederland en willen via de Frankenjura rijden, dat ligt hier vandaan op de weg naar huis. Lies en ik reizen via Milaan, wat een meer westelijke terugreis betekent. En laat het nou in Saffres, in de Bourgogne, de hele week prachtig weer zijn... wij gaan via die kant.
Zo gezegd, zo gedaan. We maken en eten pannenkoeken op de Passo Falzarego. Daarna rijd ik met de camper via Belluno, Venezia en Verona naar Bergamo. Lies en Pauline rijden met de Panda naar Bergamo via Val Gardena en de autoroute Brennero. We spreken af bij een hotel in Bergamo, morgen bezoeken we die stad, een tip van Renata, een collega van Lies.
Ik daal af naar Cortina d'Ampezzo en - je kunt het raden - de wolken verdampen en de zon begint te schijnen... Ik troost me maar met de gedachte dat ik vorig jaar een week lang alpien kon klimmen zonder een druppel regen te zien of voelen in de Lienzer Dolomiten. De plannen blijven staan.
Als ik bij het hotel in Bergamo aankom, tref ik geen Panda. Tot mijn schrik zie ik dat mijn telefoon bijna leeg is; ik heb geen mogelijkheid hem op te laden... ik stuur snel een SMS dat als we elkaar missen ik op mijn huidige locatie zal wachten. Ik denk dat Lies en Pauline voor mij zijn aangekomen en iets leukers en stillers zoeken; dit hotel ligt pal onder de startbaan van het vliegveld en midden in een soort klaverblad van een snelweg.
Net als ik mijn SMS heb verstuurd belt Lies me. Maar voor ze me kan vertellen waar ze is, js mijn telefoon leeg... Nou ja, dan maar even een boekje lezen. Een kwartier later is de Panda er en ik volg Lies naar hotel Joia, een soort bungalowpark met verzorging. Fijn is dat we de camper op het (afgesloten) terrein mogen zetten, ook al past hij niet in de parkeergarage; ook fijn is de restaurant-tip van het mannetje van de receptie, waardoor we een heerlijk Argentijns eetfestijn aanrichten. Minder fijn is de grote hoeveelheid muggen, die je levend verslinden zodra je een voet buiten het muskietengaas zet.



Maandag 3 september

Brusaporto - Bergamo - Como

Vandaag bezoeken we de stad Bergamo. De camper parkeren we in een woonwijk vlakbij het hotel en we rijden met de Panda naar het centrum van de stad. Lies zit achter het stuur en bewijst dat ze behoorlijk ingeburgerd is in het Italiaanse verkeer; lief lachen maakt allerlei 'sportieve' capriolen goed. Ook hier zien we veel scooters, net als overal in Italie; veel meer dan motoren. Het lijkt erop dat 'volwaardig' (zeg maar 125+cc) gemotoriseerd verplaatsen op twee wielen hier veel meer ingeburgerd is dan bij ons. Je ziet allerlei soorten mensen op scooters, van opa's die kinderen naar school brengen tot en met zakenmannen-in-pak. Een scooter is dan comfortabele keuze, je stapt er makkelijker vanaf dan van een motor.
Op we naar de oude stad begint het weer te regenen, maar gelukkig hebben we de regenspullen meegebracht. De oude stad, gelegen op een heuvel, is erg mooi maar ook wel toeristisch, meer dan ik had verwacht. De meeste toeristen zijn niet Italiaans, ik hoor vooral veel Engsels en Duits. We eten bij een restaurant op een oude overdekte marktplaats, duidelijk ingesteld op internationale gasten. Jammer genoeg blijft het stevig doorregenen, uitstel door een heerlijk toetje mag niet baten. We bekijken een oude kathedraal, bekijken wat winkels en nemen het tandradtreintje
van de oude stad naar beneden.
Terug naar de Panda en terug naar de camper. Ik neem afscheid van Pauline, Lies brengt haar naar Malpensa en ik rijd alvast naar 'camping internazionale' bij Como, waar wij elkaar weer ontmoeten. Onderweg naar Como heb ik tijd en maak ik de camper klaar voor de reis naar Frankrijk. Een hele waslijst; boodschappen doen, vuilwater lozen, en toilet schoonmaken, schoon water inslaan, tanken, afwassen, het bagagecompartiment reorganiseren etc. Een deel van dit alles natuurlijk op deze 'camping internazionale' bij Como - een camping die, op de schaduw van de bomen na, zo'n beetje op geen enkel punt positief scoort. Dat hij luidruchtig is had ik wel verwacht (het is een doorreiscamping naast de snelweg), maar het sanitair is vies en verouderd, het personeel probeert je geld af te troggelen en de uitgang naar de openbare weg is levensgevaarlijk.
Als het donker is komt Lies aan, net als ik klaar ben met alle voorbereidingen.



Dinsdag 4 september

Como - Malpensa airport - Aosta - St. Bernardpas - Martigny (CH) - Lausanne (CH) - Ornans (FR)

We zijn al vroeg op pad vandaag. Eerst brengen we de Panda weg, daarna zet ik de TomTom aan met als bestemming Dijon. De kortste weg is via de Mont Blanc tunnel. Die route hebben we vorig jaar al gereden en ik heb zin in iets anders. We rijden voor de verandering eens over de Sint Bernardpas, bij Aosta rechtsaf en dan zigzaggend omhoog. De weg is net geasfalteerd en redelijk breed. Bovendien is het erg rustig, bijna iedereen neemt de tunnel. De Italiaanse kant van de pas heeft indrukwekkende granieten rotswanden... (welke klimgids dekt dit gebied? Schweizer Plaisir West?) staat bij deze op mijn lijstje eens te checken... Aan de Zwitserse kant dalen we af richting het Rhonedal. Het verschil met Italie is ook nu weer direct merkbaar, er wordt heel anders gereden en de Zwitserse zakelijkheid straalt overal vanaf. We dalen af naar Martigny en komen in het Rhonedal. Montreux, Lausanne, een stukje richting Bern en dan... wordt duidelijk waarom de TomTom deze route geen goed idee vond. De snelweg wordt een autoweg en daarna zelfs een tweebaans provinciale weg.
Het is echter geen straf. We gaan de grens met Frankrijk over en komen in een gebied waar we nog nooit geweest zijn: de westelijke Jura. Het landschap is dat van een middengebergte, tot een meter of 1000 hoog. Het heeft wel iets weg van de Vogezen, maar dan kleinschaliger. Bomen, rotsen, burchten en mooie dorpjes wisselen elkaar af. Als we nog een keer stoppen voor een pauze kijk ik toch maar eens in mijn Schweizer Plaisir Jura gidsje. En ja hoor... hier valt te klimmen. Deze streek ziet er mooi uit en we zijn hier nog nooit eerdeer geweest. Dus waarom niet een 'early stop' inlassen? Ik verander de bestemming van de TomTom naar een camping in de buurt van de rotsen en we slaan af van de hoofdweg. Direct dalen we af en komen we in de prachtige, nauwe vallei van de rivier de Loue. In Ornans stoppen we en installeren we de camper. De camping is helaas een beetje een Nederlandse kolonie, maar voor 1 nachtje... moet dat maar gaan.



Woensdag 5 september

Ornans - Flavigny sur Ozeraine

Twee kilometer rijden buiten het dorp en voor de brug: een ruime parkeerplaats. Met bordjes is de 'site d'escalade' aangegeven... welkom in Frankrijk, nummer 1 in de top zoveel klimvriendelijkste landen. We zigzaggen door een bos omhoog, een steil paadje, en dan wordt de weg omhoog versperd door steile kalkrotsen, links en rechts van ons.
Waar het pad omhoog eindigt is een beetje een naargeestige plek: rotsen onder spinnenwebben en veel schaduw van hoge sparren. Met het klimgidsje in de hand ga ik op zoek. Even later kom ik op een plek met wat meer licht. Van de rotsen klinkt gemekker: een echte berggeit.
Niet zo schuw dat de kans op wat anders eten dan de eeuwige grasstengels genegeerd wordt... zolang Lies en ik hier zijn hebben we een soort tweede schaduw. Gelukkig lust-ie geen klimgidsjes of klimspullen.
De eerste route moet een inklimmer worden, maar dat loopt een beetje anders dan gepland. De route loopt omhoog, dan naar links en dan weer omhoog. Ik probeer, op een punt dat me daarvoor logisch lijkt, naar links te klimmen; boven me wordt de hoek waar ik in klim stukken verticaler en links iets hoger zie ik een mooie haak. Maar nog geen twee stappen naar links beland ik grote ellende! Graspollen, gruis en verticale stukjes rots; niets om je aan vast te houden. Meerdere malen probeer ik uit te wijken, zonder succes. Uiteindelijk lukt het me terug te klimmen naar de hoek maar tegen die tijd ben ik wel door mijn kracht heen. Bovendien is het terrein boven me niet erg valvriendelijk. Geen probleem; in de hoek loopt een spleet; ik heb mijn nuts bij me en mijn trouwe pacific link cam, die ik bijna overal kwijt kan. Blokken aan de haak, laddertje maken met een bandschlinge, laddertje erin, omhoog, cam plaatsen, blokken, laddertje daaraan, omhoog, volgende haak inhangen... uiteindelijk kom ik bij een ketting. Liesbeth klimt de route na en denkt dat het wel een zes is. Ik kan me niet voorstellen dat het veel makkelijker is.
Daarna klim ik 'Dalle de l'Eperon', een 5b en een 'valvriendelijke' route. Het is een mooie route met gevarieerd klimmen; piazzen totdat een rotsschelf ophoudt en dan subtiel over een wandje omhoog.
We krijgen gezelschap: drie Fransen komen omhoog en willen hier ook wat klimmen. Universele taal onder klimmers maakt me duidelijk dat ze even mijn klimgidsje willen bekijken. Ik vertel ze ook welke route ik klim. Zij zoeken wat routes links van ons uit om te proberen.
Het touw hangt nu ook in een vette 6b plaat dus die moeten we ook even proberen. Het eerste stukje is voor mij 'not done', de greepjes zijn zo scherp dat ik me er niet goed aan vast durf te houden. Het gaat Liesbeth beter af.
Als laatste route kies ik 'Pollux', een 'fun' 5a avontuur van twee touwlengtes die ik in 1x keer klim. Maar het gaat niet erg best...
weer verdwaal ik in de route waardoor ik me bijna klem klim, maar gelukkig zie ik het op tijd en klim ik terug. Wat is er aan de hand? A ha... niet geluncht... niet handig.
We taaien af, bedenkend dat dit gebied - en de nabij gelegen klimmassieven - nog best eens met een bezoek kunnen worden vereerd.
We rijden de laatste 25 kilometer naar Besancon en komen dan eindelijk op de Franse snelweg. Westwaarts gaan we, richting de Bourgogne; afdalen naar de vallei van de Saone en dan weer stijgen. Het weer is prachtig, wel wat bewolkt maar ook zonnig. Als we de snelweg verlaten, gaat net de zon onder.
We eten bij de Courtepaille bij de afslag. Aanvankelijk worden we geholpen door een bijzonder lompe gastvrouw, maar schijnbaar wordt dit door de bediening opgemerkt en krijgen we iemand anders.
Daarna rijden we door: naar Flavigny-sur-Ozerain, waar naast een abdij een gratis camperplaats is. De weg door de Bourgogne die wij volgen voert door heuvels maar is vlak en je mag er 90; in het schemerduister hebben we het gevoel flink op te schieten. Uiteindelijk wordt de weg smaller en gaan we omhoog. Verderop zien we de verlichte toren van de abdij en niet veel later stoppen we op de grote parkeerplaats (zo groot omdat de abdij schijnbaar een toeristische attractie is), waar nog 3 andere campers staan.

Routes:
- Onbekende route (5c of 6a?)
- Dalle de l'Eperon (5b)
- Naamloze route (6b, toprope, Lies)
- La Pollux (5a)



Donderdag 6 september

Flavigny sur Ozeraine - Hauteroche - Geraudot

Vanochten besloten niet in Saffres te gaan klimmen maar in Hauteroche; dat is dichterbij en rustiger. Het is op de kaart van de Tomtom goed te vinden en zo rijden we na 't ontbijt er in een kwartiertje naartoe.
De parkeerplaats is ruim zat voor de camper (nog iets later komen we erachter dat dit ook een openbare kampeerplaats is). We lopen naar de rotsen. In 2008 was ik hier met Martijn, ik herinner me nog de paadjes waar ik niet in moet lopen.
Onze klimgids (Jingo Wobbly Bourgogne) bevat informatie over sommige routes hier. Zoals vaak bestaat er ook een 'dedicated topo' van deze rotsen maar die heb ik niet.
We klimmen in met een leuk viertje en vervolgens stap ik een vijf in. Een ding is zeker: de rots is een stuk steiler dan hij eruit ziet. De rots bestaat uit gestapelde lagen, wel vaak met goede randjes om op te staan en mooie zijgrepen om de belasting op de onderarmen aan te passen. Vooral ik heb dat ook wel nodig, ik heb het klimmen van gisteren nog redelijk in mijn armen zitten.
Lies toproped nog wat in deze sector, naderhand probeer ik het ook, met succes. Klimmen hier betekent veel spreiden en werken met zijgrepen in verticaal tot onverhangend terrein.
We lunchen en lopen door naar links, op zoek naar meer routes. Namen staan wel onderaan de rots, maar niet de in de topo; de moeilijkheidsgraden zijn dan ook onbekend.
Dat betekent dat ik routes op zicht moet uitzoeken. De eerste is zeker een succes; 'Geraldine' is een mooie, lange route waarbij voortdurend gepiazzed moet worden. Meestal met mooie tredes, maar soms ook niet. Het is echt iets voor mij, ik klim een ketting voorbij, twee haken verder kom ik erachter dat je dan stand moet maken aan een boom om je tweede naar boven te zekeren. Hmm... dat was niet het plan. Ik laat me zakken aan de bovenste haak (heel toevallig is die al voorbereid met een 'maillon rapide') en bouw om op de ketting.
Daarna lopen we verder naar rechts, op zoek naar schaduw op deze warme dag. Er volgen nog twee routes op zicht. 'la Discrete', een vijf denk ik; deze route had beter 'Jekkyl and Hyde' kunnen heten. De eerste helft is drie keer subtiel verticale wand klimmen, onderbroken met een bandje om op uit te rusten; de tweede helft is spreiden en steunen in een overhangende schoorsteen/schouw. Ik snap wel waarom de route zo heet; geklooi in de schoorsteen/schouw is nauwelijks te zien van beneden... je kunt gerust tegen je zekeraar zeggen dat je het 'clean' geklommen hebt :-)
Onze laatste route is vernoemd naar dit massief. Dat belooft wat. Na een knifterige instap (wel vaker hier - de eerste meters van de meeste routes zijn verticaal) is het fijn 'cruisen' in makkelijker terrein totdat er op een overhangende hoek moet worden gepiazzed; afgesloten met niet een 'toe'-, niet een 'heel'- maar een kuit-'hook'.
Terug naar de camper en douchen. Morgen willen we naar huis maar we gaan nu alvast een stuk rijden. De Tomtom stuurt ons binnendoor naar het Noorden. Dat doen we dus maar en we belanden vlak voor de snelweg op een camping aan het 'Lac de forest d'Orient' nabij Troyes.
We komen er pas aan als de zon onder gaat maar het ziet eruit als een prima camping in een mooie omgeving. Gelukkig kunnen we nog net warm eten. 'Andouilette de Troyes' met friet, een lokale specialiteit dus ik wil nu (uitbuikstadium) niet weten wat het is :-) morgen is vroeg genoeg... (iets met pens zo blijkt later)

Routes:
- La Cradingue (4a)
- Le Trou du Dru (5b)
- La Folie Berbere (6a, toprope)
- Geraldine (4?)
- La Discrete (5?)
- Hauteroche (4?)



Vrijdag 7 september

Geraudot - thuis (NL)

Terug vanuit Troyes betekent een andere route dan normaal, want meestal komen wij niet vanuit deze hoek. We rijden over de 'autoroute des Anglais', de Engelse snelweg; geen wonder want deze weg ligt in het verlengde van de kanaaltunnel. Het is goed te merken aan het verkeer; in Frankrijk zie je nog weleens wat kamikaze-piloten op motor tussen verkeer door zigzaggen terwijl er geen files zijn; nu zie ik (bijna) alleen maar keurig rijgedrag met gele hesjes.
Vandaag heb ik wederom even ruzie met de Tomtom, die ons per se over Brussel wil laten rijden; ook nog als ik zowat bij Lille ben. Het vergt opnieuw instellen van de route voordat het apparaat besluit dat dat bijna een half uur sneller is.
Bij Lille komen we op de 'gebruikelijke route' (van en naar Fontainebleau, waar wij ook regelmatig klimmen) en ondanks behoorlijke drukte en een rit linksom de Antwerpse ring komen we rond een uur of zes thuis. Het zit er weer op...

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Stefan en Liesbeth

Wat doen wij op vakantie graag? Klimmen, shoppen, wandelen, trekken, vliegen, skydiven, kanoën, door grotten kruipen, boulderen, luieren, lezen, spelletjes spelen...

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 1456
Totaal aantal bezoekers 133699

Voorgaande reizen:

01 December 2005 - 31 December 2020

Alle reizen bij elkaar

Landen bezocht: