Volcanoe hopping - Reisverslag uit Granadilla de Abona, Spanje van Stefan en Liesbeth Leede en Kroone - WaarBenJij.nu Volcanoe hopping - Reisverslag uit Granadilla de Abona, Spanje van Stefan en Liesbeth Leede en Kroone - WaarBenJij.nu

Volcanoe hopping

Door: Liesensteef

Blijf op de hoogte en volg Stefan en Liesbeth

07 December 2012 | Spanje, Granadilla de Abona

Vrijdag 30 november

Er landen woorden op papier, maar ik voel me behoorlijk leeg. Een klein uurtje geleden kwamen we aan op onze eindbestemming, Agroturismo Finca la Dica (en werden welkom geheten door een boer met een slok teveel op - dat terzijde); de dag was toen al een behoorlijk tijdje onderweg.
Wat voor mij en Lies volgde op een drukke werkweek was een 'red eye' naar Tenerife, waarbij de wekker ging om 2:15 uur. Aanvankelijk slaapdronken volgden de bekende plichtplegingen. Kat gedag zeggen, naar Schiphol, lang parkeren, bus terug, bagage afgeven, beveiliging door, een caramel latte machiato bij Starbucks, last moment shopping voor noodzakelijkheden als cosmetica en nog een extra boek. En dan instappen.
In 2004, 2006 en 2007, toen we naar NZ reisden, heb ik leren slapen in een vliegtuig. Maar een familie met drie jonge kinderen die aan 'estafettejanken' doen steekt daar deze keer een stokje voor. Het vervult me met gemengde gevoelens.
Ultra-vroeg vliegen heeft ook wel voordelen; het is nog vroeg als we landen op Aeropuerto Tenerife Sur. Auto halen en boodschappen doen, daarna rijden we naar Granadilla de Abona. Ik meen de weg te herkennen, vier jaar geleden waren we hier al een keer twee weken.
Lies en ik zijn op veel mediterrane / zuidelijke eilanden geweest, maar Tenerife heeft iets unieks, voor mij althans. Klein genoeg dat "een rondje eiland" te overzien is, maar groot genoeg dat je twijfelt of je het zou redden in een dag. Koppel dat aan natuurschoon in allerlei extremen; een warme, dorre zone aan de kust, hogerop gevolgd door een gematigde gordel met bos (corona forestal); en daarboven een lavawoestenij met allerlei bizarre rotsvormen. Het is net een cocktail.
Dit wordt een andere vakantie dan de vorige keer. De klimschoentjes hebben we wel ingepakt maar touwen, gordels en de hele rataplan is in Nederland gebleven. Liesbeths "passagiertje" is inmiddels 20 weken onderweg dus uitgebreid rotsklimmen zit er niet in.
Dit zou voorlopig weleens de laatste keer kunnen zijn dat we met z'n tweeen op pad zijn. Wat voor gevolgen heeft de aanstaande gezinsuitbreiding voor de in 2006 gestarte reisverslagentraditie? Only time will tell.
We huren een crashpad bij Roxtar, een klimwinkel aan de hoofdstraat van Granadilla, en maken zo onze boulderuitrusting compleet. 20 euro voor een krappe week, inclusief kopieen van topo's en tips van kenners; het is een koopje. De crashpad past nog net naast de boodschappen. Als een volgeladen onderzeeboot die uitvaart voor een paar maanden oorlogspatrouille rijden we naar Icor, waarboven Finca la Dica ligt, ons appartement voor deze week.
Om daar te komen nemen we de "hoge weg" van Granadilla naar het noorden. Ver onder ons loopt de snelweg, maar hier kronkelt de weg over en langs een systeem van "barranco's" (diep uitgesleten kloven/ravijnen). Het rijdt niet erg door maar dat is niet erg, we hebben geen haast en het uitzicht is mooi. In Arico stoppen we om te lunchen. Eenvoudige kost, lokale specialiteiten (tonijnkroketten en calamaris klaargemaakt op een mij onbekende manier) maar wel lekker. En voor 15 euro klaar, compleet met koffie en drankjes.
Het is even zoeken naar de juiste afslag maar gelukkig heb ik Lies' navigatiekunsten tot mijn beschikking.
Als de boer eenmaal vertrokken is, valt ons op hoe oorverdovend stil het hier is. Het eerstvolgende dorpje ligt een halve kilometer verderop en dat is niet meer dan een gehucht. Hier en daar een blaffende hond en heel af en toe eens een langsrijdende auto; meer horen we niet. Het is een vreemde gewaarwording want we hebben wijds uitzicht. Onder ons bananenplantages, windmolens en vlak aan de kust - miniatuur - appartementencomplexen. Boven ons nog een paar huizen, bomen en de laatste zigzagsporen gevolgd door de kraterrand. Die lijkt dichtbij, maar schijn bedriegt. Het is anderhalve kilometer stijgen en hemelsbreed nog veel verder.
Rond het appartement ligt landbouwgrond, waar vooral druiven worden verbouwd. Er zijn maar twee appartementen hier, een voor twee en een voor vier personen. Onze eerste nacht slapen we in het vierpersoonsappartement, want vanavond hebben we nog buren. Morgen zijn zij weg en verhuizen we naar de buren; naar later blijkt zijn we deze week alleen hier.
We hebben ook een zwembad, compleet met ligstoelen. We installeren ons daar, in de wind maar ook in de zon; bij elkaar opgeteld aangenaam. Ik schrijf aan ons reisdagboek (dit) totdat de batterij van de laptop leeg is en sluit dan mijn ogen. Een beetje uitrusten is welkom. De afgelopen tijd was hectisch, met te weinig tijd voor dingen die er werkelijk toe doen. Misschien wordt dit wel een echte 'relax'-vakantie.

Zaterdag 1 december

We nemen lekker onze tijd om op te staan, en als we zover zijn rijden we naar beneden, naar de snelweg. Die nemen we noordwaarts, naar Puertito de Guimar. Lies heeft hier een rondwandeling uitgezocht die door het "malpais de guimar" voert; in twee uurtjes langs de kust, omhoog naar een oude vulkaan en dan weer terug naar het dorp.
Als ik uit de auto stap, bedenk ik me dat ik mijn sokken vergeten ben... darn. twee uur wandelen is wat ver voor teva's, daar heb ik slechte ervaringen mee (zie: http://alturl.com/ufgur). Dan maar met blote voeten in mijn (lichte) wandelschoenen. Aanvankelijk gaat het goed, maar omdat ik het twee uur later nog steeds naar m'n zin wil hebben kopen we aan de boulevard toch maar een paar sokken; calvin klein maar dan net anders gespeld. Taiwanese nep of zoiets. Na een kopje koffie gaan we op pad. Er staat flink wat wind en de golven zijn hoog. De wandeling loopt door wat ze in de USA "badlands" zouden noemen; land waarop niets te verbouwen valt. Dat komt door een 'recente' vulkaanuitbarsting (10.000 jaar geleden), het dieren- en plantenleven is nog bezig met de "herkolonisatie". We lopen over een paadje door oneindig glooiende lavavelden met allerlei grillige roodbruine rotsen. Af en toe zien we wat struikjes met felgroene bladeren, dat is schijnbaar het enige plantje dat in deze zilte, stenen woestenij overleeft. Op een zeker moment steken we van het pad af om uit te rusten. We lopen naar de kustlijn en gaan daar in de uitgang van een oude lavatunnel zitten, lekker uit de wind. Boven ons wat ik maar even onwetenschappelijk 'rollende rooklava' (met dank aan discovery channel) noem; daaronder gestolde stromen van de vloeibare variant. Zo vlak aan de kustlijn is er toch ook leven, aan de rotsen kleven dikke draden van een of andere spin. Onwillekeurig moet ik denken aan Frodo en Sam, op weg in Mordor...
Als we doorlopen maakt het pad een bocht en stijgen we richting de vulkaan die verantwoordelijk is voor deze "malpais". Van een afstandje zag het eruit als een onindrukwekkende molshoop. Dat komt vooral door de hoge bergen erachter, waar al de hele dag wolken overheen stromen. Als we dichterbij komen blijkt het toch een behoorlijke berg te zijn. Er komt wat meer begroeiing, bossen cactussen en zowaar een soort gras. Af en toe lopen we over zand en komen zo dicht bij de krater dat er "vulkaanbommen" liggen; ruwweg ronde stenen die je ook niet op je klimhelm wilt krijgen. De wind buldert maar door. Aan de andere kant dalen we weer af naar Puertito. Af en toe zien we wat vogels; een paar duiven, een torenvalkje en een klein vogeltje dat iets weg heeft van een mus.
Terug in Puertito. We besluiten dat we vanavond thuis gaan koken. Dus nog even naar de supermarkt rijden. We volgen de snelweg weer naar de afslag bij Granadilla de Abona, rijden naar een 'centro commercial' en rijden de spelonken van een enorm winkelcomplex in, een ware tunnel voordat we kunnen parkeren. De parkeerplaats is verdacht leeg maar gelukkig is alles wel gewoon open. Naderhand willen we eigenlijk nog naar het strand maar ingekochte "perishables" als kip, worst etc. doen ons besluiten meteen omhoog te rijden.
Eenmaal boven is het voor zwemmen nog steeds wat te koud, maar het is niet te koud om ernaast een boek te lezen. Tijdens het avondeten krijgen we nog bezoek van een eenogige poes die komt bedelen om stukjes kip. Uiteraard kunnen wij de verleiding niet weerstaan.

Zondag 2 december

Wat went dat toch snel, dat vakantieritme. We zijn er wel op tijd uit maar alles gaat rustig z'n gangetje; we willen wel buiten ontbijten en daarvoor moet de zon wel voldoende hoog staan. Vandaag gaan we wel naar het strand, zowat recht onder ons appartement. Die plek is ons aangeraden door de schoonmaakster van ons appartement. Het is vlakbij de snelweg, maar met de huidige golfslag (er staat nog steeds veel wind) merken we daar waarschijnlijk weinig van.
Ondanks het feit dat het zondag is valt het wel mee met de drukte. Een eenzame surfer vertoont zijn kunsten. We zien wat krabbetjes lopen op de rotsen - groter naarmate je verder weggaat van het "reguliere" strand. Er staan verbazend mooie rotspartijen naast het strand, maar de donkergrijze rots blijkt niet allemaal even vast te zijn. Wat proberen levert wat losse stenen en afbrekende treedjes op, wat betekent dat ik maar wegblijf uit de mooie overhangetjes die je hier veel hebt; die vergen dat je 100% gaat hangen en dat vertrouw ik dit spul niet toe. Vlak boven de waterlijn is het steviger. Het is dan wel (spat)waternat maar ver vallen kun je in elk geval niet... bovendien zijn natte kleren een extra motivatie om niet te vallen :-)
Een tijd later schuiven we twee strandjes op vanaf de parkeerplaats. De zon is inmiddels op haar hoogtepunt en brandt ongenadig op ons neer; het is echt zonaanbiddersweer. Voor de verslaglegging maak ik wat foto's van Lies, zodat we later vergelijkingsmateriaal hebben voor, ahem, "omvang". Ook dit strand biedt bouldermogelijkheden en het ziet er iets vaster uit. Een traverse boven het keienstrand en later boven de waterlijn, niet te hoog; een leuke boulder met een lastige sleutelpas (graaien naar ondergrepen) maar als ik daarna niet meer zo hoef te hangen sta ik toch weer met een solide uitziende greep in mijn handen. Que? Wat verder van zee lokaliseer ik een mooi recht wandje van vaste rots, maar wel vlijmscherp; al snel zie ik eruit alsof ik gevochten heb met een braamstruik... tijd voor een pleistersplakpauze dus. En wat typen. En bellen met het thuisfront.
Daarna nog een bouldertripje naar de blokken aan de andere kant van het strand. Ze liggen wat verder van het water, zijn ze dus ook solide? Nou dat hangt er vanaf. Je hebt hier twee soorten rots. De ene heeft de structuur van gedroogde modder en is precies zo vast :-) het andere lijkt op gebakken klei en is wel redelijk vast. Maar het "bleauiaans vertrouwen" blijft uit. Regelmatige aanwezigheid van glasscherven - we zijn immers aan het strand - helpt ook niet echt.
Als we rond een uur of half vijf besluiten te vertrekken zien we halverwege de berg dikke wolken en regensluiers. Voor de zekerheid halen we de regenjassen te voorschijn, maar eenmaal bij Finca la Dica blijken de buien gelukkig nog een stukje hoger te zitten. Wij houden het droog.
De boulderstand aan het einde van de dag: 6 geprobeerd en gelukt, 2 geprobeerd en niet gelukt.

Maandag 3 december

Vanochtend staan we vroeg op, want we willen "naar boven". Als we vertrekken is het bewolkt maar hogerop helder. Het is 13.5 graden celsius, zegt de thermometer van de auto. We dalen af en nemen de snelweg naar het noorden. Bij Santa Cruz raken we verzeild in een doolhof van snelwegen, we missen de beoogde afslag en geraken bij het vliegveld van het noorden pas op de juiste weg, nl. die richting "el Teide".
Onze weg kronkelt omhoog door de buitenwijken en daarna door het bos. We stijgen en stijgen, al snel in de mist. Qua bochten ziet dit eruit als een leuke weg voor met de motor, maar dan wel als het droog is en zonder die massa's dennenaalden... nu is het een grote glijbaan. Af en toe komen we bussen tegen, veel ander verkeer zien we niet.
Na enige tijd merken we dat we de ene keer links, de andere kant rechts de wolken in kijken; we rijden over een bergrug. We komen langs talrijke "miradors" (uitzichtpunten) en stoppen elke keer; een vaste routine van uitstappen, kijken of er iets te zien is in de diepte; en zo niet snel weer de warmte van de auto in. Tot ongeveer 1200 meter blijft het grijs totdat we opeens onder de wolken door Puerto de la Cruz zien liggen, in de diepte badend in de zon.
Iets hoger stijgen we boven de wolken uit en krijgen we voor het eerst uitzicht op "el Teide", compleet met sneeuwhoedje. Een geluidssignaal van de auto waarschuwt dat de buitentemperatuur daalt onder de vier graden en dat we rekening moeten houden met gladheid. Uitstappen voor een foto is er nu alleen nog bij met complete winteruitrusting, want het is bitter koud; de luchttemperatuur doet eerder denken aan wintersport dan aan een zonvakantie naar het zuiden.
De minimumtemperatuur op de thermometer wordt bereikt als we door een vulkaanaslaag zigzaggen; 2 graden celsius. Het kleurcontrast (vuilwit en okergeel tegen donkergruis en -bruin) is wel wat koude vingers waard. In de schaduw hangen ijspegels en waar de zon de weg nog niet heeft geraakt is het asfalt berijpt.
Bij Portillo stoppen we voor een bakkie koffie. De koffiemeneer is bijdehand; hij wil weten of ik Boston of Kentucky wil. Que? Oh, cafe americano... grapjas.
Ik mis ze maar verderop spot Liesbeth nog een eskader van 5 BMW F800GS motoren. Ha! Ergens in januari heb ik er ook eentje. We zijn nu op de "main tourist route" aangeland, want goed te merken is aan het verkeer want het is opeens veel drukker. Verderop, dichtbij "El Teide", stoppen we op een parkeerplaats. Het landschap is indrukwekkend; duinen van geelokere puimsteen, afgewisselend met bergen en bergen roodbruine lava... als je beseft hoeveel er hier ligt, wat waarschijnlijk in 1 enkele eruptie naar boven is gekomen, voel je je behoorlijk nietig. Ik zie een plaats waar lava uit een tunnel is gestroomd (vloeibaar) en ik wil het van dichterbij bekijken. Echter ik wordt onderschept door een "park ranger". "Is forbidden!" krijg ik te horen in gebroken engels. Hm, niet zo leuk om zo teruggefloten te worden, maar ja. Eenmaal terug op de parkeerplaats wijst hij ons op het bord waar een en ander op uitgelegd staat. Hij heeft wel een tip in de vorm van een "officiele" wandeling naar de bodem van een vulkaan (naast de Teide zijn er hier heel veel kleinere vulkanen). Blij dat je hier toch wel mag wandelen besluiten Liesbeth en ik dat te gaan doen.
De wandeling is aangegeven met twee rijen stenen. Het terrein is prachtig, veel lavarotsen maar af en toe ook wat begroeiing. Af en toe staat er zelfs een denneboom. Op een zeker moment daalt ons pad af in een soort canyon. Of is het een hele grote vulkaankrater? Ik weet het niet, maar dit is wel een beetje hoe ik me een Amerikaanse woestijn voorstel; wijds, uitgestrekt, dor en droog.
We rusten uit, drinken thee en eten wat. Hier, uit de wind, ligt de temperatuur in de buurt van de 20 graden. We zitten iets meer dan 2000 meter boven de zeespiegel. Het contrast met de temperatuur vanochtend is groot, maar we maken ons geen illusies; zodra de zon weg is, daalt het kwik hier snel onder nul.
Na deze wandeling rijden we verder, langs de kabelbaan naar "el Teide". We stoppen bij de Parador, waar we in 2008 overnacht hebben (zie: http://alturl.com/zttcq). We drinken koffie en eten taart. Voor het eerst hebben we te maken met prijzen die vergelijkbaar zijn met Nederland. Hoezo toeristische trekpleister...
Met crashpad lopen we naar de Canadas del Capricio. Ik trek veel bekijks; klimmers is men wel gewend maar boulderaars wat minder. Een kwartiertje later zijn we bij de rotsen. Er blijken best wat klimmers bezig te zijn, de voertaal-bij-meerderheid is Duits. Ik zie zowaar een andere "kever" (iemand met een crashpad op z'n rug) lopen. Er is ruimte zat hier en in een mooi "U"-dalletje zie ik wat leuke dingen die ik kan proberen. Hoe anders is het gesteente dan gisteren. De kleur is lichtgeel. Het gesteente is keihard, bomvast en van nature een beetje glad. Ik lees de rots, verzin twee boulderproblemen en klim ze, een paar stappen naar een mooie eindgreep gevolgd door een sprong naar beneden naar mijn crashpad. Een derde blijkt net te moeilijk, net als de traverse onderlangs.
Ik schuif op naar een dikke overhang en probeer daar wat. "No joy", dus schuif ik door. Bij twee "wasserstreifen" (waterstrepen) boulder ik omhoog. Het is niet meer dan een meter of 5 boulderen, maar als ik op het plateau erboven sta, blijkt dat ik nog een heel eind omhoog moet klauteren en omlopen om weer terug te komen. Op de terugweg kom ik Lies tegen, die zit te zonnen bij een ander wandje.
Ze heeft een vriendje - een vogel die een stuk ballisto heeft gekregen en haar nu niet meer met rust laat. Dat smaakt naar meer! :-) Lies heeft veel foto's gemaakt, de Canadas del Capricio zien er bijna buitenaards uit in het late middaglicht, je waant je er op Mars.
Ik doe nog een traverse over de "wasserstreifen" en ga daarna met Lies naar een soort "amfiteater" van niet al te hoge rotsen dat mooie mogelijkheden lijkt te bieden om te boulderen. Er zitten zelfs behaakte routes; een drietal Duitsers komt één daarvan proberen.
In overeenstemming met mijn eigen "best practice" loop ik eerst naar de bovenkant van de rotsen om te zien hoe makkelijk je na het klimmen weer beneden komt. Dat blijkt hier goed te gaan. Mijn eerste "puzzel" (bij boulderen noemt men de routes "problemen", maar wat is dat nou voor term :-)) hier is een lange boulder die niet moeilijk is, maar wel erg hoog eindigt. Daarna probeer ik een variant, minder hoog maar iets moeilijker bovenin. De lichtgele rots wordt hier af en toe afgewisseld met oranje, iets minder vast maar wel meer grepen.
Op een losliggend rotsblok bedenk ik dat ik door een raar weglopende overhang kan boulderen, waarbij je "lekker" uit het lood hangt; deze boulder zou zo weggelopen kunnen zijn uit Fontainebleau. Ik bedenk een makkelijke en een moeilijke variant, beiden blijken doenbaar. Onze Duitse buren zijn een beetje aan het prutsen bij de tweede haak van hun route. Gelukkig ben ik niet de enige die dat weleens overkomt. Ik hoor de voorklimmer mopperen dat "het maar een 5+ zou zijn". Ik zou hem graag de hand schudden; sommige vijven lijken hier eerder 6b's, kan ik me herinneren van de laatste keer dat ik hier geklommen heb.
De Duitsers vertrekken met het lengen van de schaduwen. Het is tegen vijven. Nog even iets boulderen om het af te leren. Ik bekijk de overhang in het midden van het amfiteater
maar besluit een "grande traverse" van links naar rechts te proberen. Het is zeker pittig genoeg. Goede treden voor de voeten maar als grepen slechts gladde nagelrandjes en dan hangt het ook nog eens over. Als de zon achter de bergen verdwijnt, en de temperatuur rap begint te dalen, noteer ik de bouldereindstand voor vandaag; 8 geprobeerd en gelukt, 3 geprobeerd en niet gelukt. Ging lekker vandaag, zat mentaal goed in m'n vel.
Het is hoog tijd om af te taaien. Ik maak nog een paar foto's van de Roques del Garcia in het avondlicht.
Dan dalen we af richting Villaflor, met het idee daar iets te eten. Ik rijd pal tegen de zon in, geen fijne ervaring op een slingerweggetje met soms wel, soms niet een vangrail (en wel altijd een gapende afgrond). Als we eenmaal van bovenaf de wolken in rijden levert de felle zon mooie foto's op. Het duister valt snel en als we na ontelbare haarspeldbochten eindelijk beneden komen is het volledig donker. Na de avondspitsfile richting de snelweg hebben we geen fut meer om uit eten te gaan en besluiten vanavond een broodje te eten in ons appartement. Als we bij de supermarkt uitstappen, blijkt de avond hier beneden aangenaam zwoel te zijn; de thermometer van de auto geeft 18.5 graden celsius aan.
Voor het eerst rijden we onder een heldere sterrenhemel terug naar ons appartement. Er staat een astronomisch observatorium in de bergen hier en dat verbaasd ons niets. De melkweg is goed zichtbaar.

Dinsdag 4 december

Vandaag rijden we via Adeje naar het noorden om te wandelen boven Garachico. Over de snelweg naar het vliegveld en er voorbij, langs het toeristisch epicentrum van Los Cristianos en Playa de las Americas. Aan het einde van de snelweg tanken, ik wil niet het risico lopen te tanken bij een tankstation waar ik niet kan pinnen. Betalen met mijn pinpas kan hier inderdaad nog wel - maar mijn pincode hoef ik niet in te geven. He? OK, deze bon bewaren we maar even...
Twee banen worden een en de snelweg eindigt. Niet voor lang; zo te zien zijn er vergevordere plannen om de snelweg door te trekken naar het noorden. Asfalt ligt er al, compleet met op- en afritten. Wij volgen de "straks oude" weg, die langs "barranco's"
en heuvels zigzagt, af en toe door een tunnel, af en toe over een brug. Rechts van de weg een bekende aanblik; een wirwat van ijzeren pijpen met een massa kranen en afsluiters voor noodgevallen. Aangezien de bodem hier van rots is heeft men de waterleiding bovengronds aangelegd. Iets anders dat ik me herinner van de vorige keer, is dat ik altijd vond dat het zolang duurde voor je ergens kwam. Daarop ben ik voorbereid. De ene keer heb je vlotte automobilisten voor je, de andere keer halfblinde zondagrijders. Het is niet anders. Wat wel echt jammer is, is dat "El Teide" in de wolken zit, een mooie foto van deze kant af zit er niet in.
Deze kant van het eiland is erg groen, er valt duidelijk vaker en meer neerslag dan aan "onze" kant. Er is ook veel bos. In dat bos verlaten we op een zeker moment de hoofdweg. We rijden we over een onverharde weg naar een parkeer- annex picnicplaats. Picnicen op 1100 meter is hier geen enkel probleem, het bos geeft schaduw en de hoogte zorgt dat het zelfs 's zomers niet te heet wordt. We maken een wandeling naar een vulkaan die rond 1700 is uitgebarsten. Ook hier is zo'n mooi pad aangelegd, rijen stenen tussen dennebomen en lavavelden door. Bij de lavavelden dringt zich bij mij onwillekeurig de vergelijking op met een vuilnisbelt; een wanordelijke chaos van rotsblokken, schots en scheef, in alle soorten en maten. Af en toe hebben ze scherpe vormen, zo komen we onder andere een "adelaarskop" tegen. Waar wij lopen, naast de lavavelden, is de grond bedekt met zwarte vulkaanas en soms dennenaalden.
We verlengen de (korte) wandeling maar keren terug bij de twee verlenging. We stijgen gestaag en Lies heeft het er niet makkelijk mee. Ze is kortademig. We lunchen in het lavaveld. Regelmatig passeren Duitse pensionado's. Het lavaveld leek ontdaan te zijn van leven, maar als we er enige tijd zitten blijken er veel hagedissen te zitten. Zij beginnen te bewegen zodra wij een tijdje stil zitten. Na de lunch nemen we deels een alternatieve route terug. Naast dit weggetje vinden we gifgroene mossen en ook mysterieuze hooibalen, die er uitzien alsof ze elk moment kunnen opstaan om de achtervolging in te zetten... misschien dat daarom de boswachter(es) met haar 4WD als een idioot ons bosweggetje afscheurt...?
We komen veilig terug bij de auto en nemen de weg naar beneden naar Garachico. We missen de afslag voor de "korte" weg. In plaats daarvan nemen we dan maar de geleidelijke afdaling naar Icod los Vinos. Daar nemen we de kustweg richting Garachico. Garachico blijkt jammer genoeg niet het rustige, "off the beaten track" vissersdorpje te zijn dat we hadden gehoopt. In plaats van hier te stoppen rijden we door naar Buenavista del Norte, dat iets beter voldoet. We drinken er koffie en eten taart en nemen daarna de weg omhoog naar Masca. De weg slingert over steile, groene bergen. Dit is duidelijk een toeristische route, we komen veel "miradors" tegen. Verder rijdt er een keur aan nationaliteiten in huurauto's rond. Het uitzicht mag er zijn, het is fenomenaal; we zitten meer dan een kilometer boven zeehoogte maar het gaat enorm steil naar beneden. Masca, vanwaar je de befaamde "barranco de Masca" kunt afdalen naar zee (of andersom stijgen naar het dorp) is een dorp waar je beter niet kunt wonen als je hoogtevrees hebt.
Als we vertrekken vanuit Masca komen we in de middagfile terecht die het dorp verlaat. Het gemiddelde tempo is zo'n 15 kilometer per uur, maar langzaam maar zeker komen we boven. Vanaf Santiago del Teide schiet het weer redelijk snel.
In Guia de Isora stoppen we voor souvenirs voor het thuisfront en boodschappen. Vanavond maar weer een vers broodje, heerlijk en echt wel genoeg. Daarna gaan we weer op pad; dankzij de snelweg zijn we 46 minuten na ons vertrek uit Guia de Isora weer bij ons appartement, aan de andere kant van het eiland.

Woensdag 5 december

Vanochtend hebben we geen wekker gezet, vakantie betekent soms ook gewoon uitslapen! We vertrekken als de tuin al door de zon beschenen wordt. Vandaag moeten we de crashpad wegbrengen, want morgen is Roxtar dicht omdat 6 december hier een nationale feestdag is. Dat betekent de laatste keer boulderen vandaag. Als je "boulderen" en "Tenerife" vraagt, zo heb ik me laten vertellen, dan luidt het antwoord "Arico Nuevo"; de jaarlijkse bouldercompetitie van de Canarisch eilanden wordt hier georganiseerd. Wij brengen vandaag dus ook maar een bezoek aan deze lokale "boulderhoofdstad". Het is niet ver rijden, een kwartiertje vanaf Finca la Dica over de slingerweg richting Granadilla. We parkeren op een klein dorpsplein, waar al feestverlichting wordt aangebracht voor morgen. Wij lopen het dorpje uit, de route staat goed beschreven in mijn "oude" topo. Deze geeft aan waar het gebied ligt maar bevat geen waarderingen van individuele boulders. Deze schijnen wel op internet te staan, maar wij hebben geen internet in ons appartement dus zal ik op het zicht wat boulders moeten selecteren en/of bedenken.
Zoals alle klimgebieden aan deze kant van het eiland ligt ook deze in een "barranco". Normaalgesproken zou je rotsklimmen aan de wanden, maar alle pijlen zijn nu gericht op de blokken die erin liggen. Al snel zie ik de eerste pofvlekken (pof is een wit poeder dat gebruikt wordt om je handen/grepen ruwer te maken).
Lies installeert zich op een rotsblok.
Het is zonnig, maar af en toe bewolkt en het waait. Gelukkig heeft ze warme kleren mee.
Ik ga aan de slag. Ik kijk eerst een beetje rond om potentiele boulders te bepalen. En om te zien of je er een beetje normaal vanaf komt. Ik was aanvankelijk bang dat het allemaal veel te moeilijk zou zijn, maar zo op het oog zie ik zat mogelijkheden. Lang niet alles is gemarkeerd met pof; de "pofboulders" zijn vaak verticaal of overhangend maar er zijn ook veel minder steile, subtiele boulders.
Het roodbruine gesteente is even wennen. Het is zeker niet bros zoals het donkergrijze gesteente aan de kust; eerder keihard zoals het lichtgele gesteente van de Canadas del Capricio. En ook glad. Wel minder korrelig; dit gesteente lijkt daadwerkelijk vloeibaar te zijn geweest voordat het stolde in haar huidige vorm. Er zitten kommetjes in en veel van de randjes zijn afgerond. Naast de vraag "kom ik van een boulder af?" speelt hier de vraag "kom ik van een boulder af zonder me door meters braamstruiken te werken?"
In wat ik maar even "de eerste sector" zal noemen probeer ik flink wat boulders. Soms zit er maar eentje op een rotsblok, soms zitten er meerdere "puzzels" naast elkaar. Als ik een beetje ben gewend aan het gesteente lukken de meeste wat meer subtiele "puzzels" me wel. Maar de meeste "pofboulders" blijken aan maatje te groot voor mij - hard knijpen aan minirandjes in dikke overhangen, ik word al moe als ik er naar kijk...
Na enige tijd schuif ik door naar de volgende sector, ongeveer 200 meter lager. De bodem van de kloof is redelijk vlak en daardoor goed begaanbaar. De afsprong varieert enorm van boulder tot boulder, maar is in het algemeen veel beter dan ik zou verwachten in een kloof. De eerste "pofboulder" die me lukt is een soort "paardevoet" waarbij je moet kiezen extreem naar links of naar rechts te hangen. Veel van de boulders die ik uitdagend vind hier hangen uit het lood (doordat het neergestorte blokken zijn); er moet veel "geheelhooked" worden om je balans te bewaren, af en toe gecombineerd met een sprong naar een eindgreep. Soms gebruik ik "tickmarks" (markeringen met pof) om een voetplaatsing snel uit te kunnen voeren.
Sommige "puzzels" lukken gewoon niet. Bijvoorbeeld omdat die mooie rand bovenaan een ongelofelijke "sloper" (aflopende greep) blijkt te zijn; of omdat het overhangende werk gewoonweg te zwaar is. Ik noteer een mooie score vandaag; 26 boulders geprobeerd en gelukt, 4 geprobeerd en niet gelukt.
We lopen terug en rijden bovenlangs naar Granadilla. Daar eten we iets simpels bij een bar; Lies een hamburger en ik een... tja? Wat is het? Frietjes met worst, ham, kaas, draadjesvlees; majo, ketchup en mosterd; met een ijsje erbij ben ik redelijk gevuld in elk geval! Een hete kop koffie hanteren gaat niet zo makkelijk, een bewijs van al het bouldergeweld vandaag. We brengen de crashpad terug. Nog een laatste keer doen we inkopen en boodschappen en dan rijden we door een beginnende avondspits terug naar Finca la Dica. Voor de derde keer door het donker, ik begin de (onverlichte) weg omhoog goed te kennen... we gaan zeker bijna naar huis :-)

Donderdag 6 december

Vandaag doen we lekker helemaal niets. We hoeven niet weg voor boodschappen en brengen de dag door op ons eigen terras. Het weer wisselt tussen zonnig en bewolkt en met weinig wind varieert de temperatuur net onder en boven behaaglijk. In Nederland is morgen 10-15cm sneeuw verwacht en is het land weer in staat van paraatheid (weeralarm). Wij genieten nog onze laatste dag in een milder klimaat - en de lekkere toetjes van de SuperCor. Morgen weer naar huis...

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Stefan en Liesbeth

Wat doen wij op vakantie graag? Klimmen, shoppen, wandelen, trekken, vliegen, skydiven, kanoën, door grotten kruipen, boulderen, luieren, lezen, spelletjes spelen...

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 1795
Totaal aantal bezoekers 133708

Voorgaande reizen:

01 December 2005 - 31 December 2020

Alle reizen bij elkaar

Landen bezocht: