Adventuring at Mt. Somers
Door: Stefan en Liesbeth
Blijf op de hoogte en volg Stefan en Liesbeth
18 April 2006 | Nieuw Zeeland, Wellington
Voor ontbijt eten we spaghetti met groenten en chili. Wablief? Ja, dat spaart ons het omhoog sjouwen van een warme maaltijd uit, we eten vanavond brood. De rugzakken zijn zwaar zat met alles wat erin zit. Klimmen en wandelen; climbing and tramping... een nieuwe activiteit is geboren: "clamping" :-)
We parkeren de camper bij het Sharplin falls carpark, de parkeerplaats waar vandaan de Mt. Somers walkway begint (of eindigt, natuurlijk).
Het pad begint aan de "true left side" (orografisch links, d.w.z. met de stroomrichting mee kijkend) van Bowyers stream, maar we steken hem al snel over. Hier nog met een bruggetje; hogerop, als we terug moeten naar de andere kant, zullen we het zonder moeten stellen.
Het paadje begint meteen stevig te stijgen. Het is dus flink zweten geblazen, bovendien is het pad ruiger dan we verwacht hadden: vaak is het meer klauteren over rotsblokken en boomwortels dan lopen.
Ongeveer een uur later en 400 meter hoger komen we op Duke's knob (740 meter), een stuk rots dat door het bos heen steekt. We hebben opeens een beetje uitzicht: rechts van ons kronkelt het beboste dal van Bowyers stream omhoog, links liggen de Cantebury plains, zo plat - nou ja, zo plat als Zuid-Holland! Ons paadje duikt het dichte bos weer in en daalt snel, terug naar de stream. Nou ja!? Hebben we dat hele eind voor niks geklommen?!? Het blijft regelmatig klauteren, vooral als we weer naast de beek zijn, waar de rotsen nat en glad zijn. Leuk als je met een dagrugzakje loopt, maar met een flinke bepakking op is het werken geblazen. Op sommige plekken is het pad zelfs weggevaagd door aardverschuivingen, meestal aangekondigd door een DoC-bordje met "Caution, track damaged".
Er zijn i.v.m. Pasen nogal wat locals op de walkway, sommigen zelfs met kleine kinderen van 4 of 5 jaar. Tja? Geen chocolade-eieren voor Pasen, maar zoiets...
Dan staan we voor de "crossing". Het DoC-pamflet waarschuwt: "Bowyers stream may be difficult or even impossible to cross in spring or after heavy rain". Nou, daar kunnen we ons iets bij voorstellen! Het is een tijdje droog geweest, dus nu staat hij laag. Maar omdat deze beek zich door een smal dal perst, wordt-ie nooit echt breed; er zitten overal diepe stukken, waar je er tot je middel in past. Voorzichtig hoppen we dus naar de overkant, blij met onze wandelstokken.
Terwijl het paadje maar weer eens steil begint te stijgen, zien we in het bos de eerste rotspartijen staan. Deze worden niet regulier beklommen, want ze zijn nauwelijks te bereiken, maar het ziet er interessant uit.
Dan bereiken we de "one tree ridge" en zijn we boven de bushline, en een merkwaardig schouwspel ontvouwt zich.
Recht voor ons uit ligt de Pinnacles hut (op ongeveer 1.000 meter), een "basic" hut met 19 slaapplaatsen. Maar ons oog wordt getrokken naar boven, naar de noordzijde van Mt. Somers. Vanaf de zuidkant zag-ie er een beetje uit zoals elke berg hier, een brede rug met wat beekdalen erin, m.a.w. redelijk "tam". Een sterker contrast dan met deze noordzijde is bijna niet denkbaar. Steile puinvelden lopen omhoog, waar afgeronde rotspieken uitsteken; de "pinnacles", waar de hut zijn naam aan dankt. Boven deze puinvelden staan rotswanden, die bestaan uit naast elkaar staande zeshoekige zuilen, die soms rechtop staan, maar soms ook in bochten en kronkels lopen. Deze rotsformaties zijn ontstaan door snel afkoelende lava; Mt. Somers is van vulkanische oorsprong.
De hut is gelukkig nog lang niet vol, zoals ik vreesde (het is een kwestie van "wie het eerst komt, die het eerst maalt"; je kunt niet reserveren). Naast ons overnacht er een Australisch echtpaar op leeftijd uit Brisbane, een stel uit Christchurch en jong stel kiwi's (duidelijk verliefd). Bijna iedereen vond de tocht omhoog zwaarder dan verwacht; wel klopte het DoC-pamflet voor wat betreft de tijd die je ervoor uit moest trekken. "3 to 4 hours"; onze tijd, met zware rugzakken en inclusief rusten was 3.5 uur.
's Middags voeren we een kleine klimverkenning uit. We lopen naar de Hut pinnacle om te "proeven" van het gesteente. Het paadje is behoorlijk ruig, en het kost heel wat geklauter om een makkelijke route te vinden.
Bij het klimmen hier is het opletten geblazen. De rots oogt net zo solide als in Wanaka, maar is in werkelijkheid een stuk brokkeliger. Verder zijn de haken zo'n 15 jaar geleden geplaatst en niet overal betrouwbaar meer. Er breekt weleens iets uit, getuige de waarschuwingen in het huttenboek.
De abseilhaken bovenop "Bart's climb" zien er inderdaad verdacht verroest uit. Gelukkig zit er een recenter geplaatste DBA ("double bolt anchor") naast.
Terug in de hut eten we brood met kaas, en gekookte eieren die we hebben meegebracht. De hut is "basic", de helft van de prijs van de Salisbury lodge (zie "Tableland circuit"), maar de enige echte verschillen zijn dat er geen gas is om op te koken en dat er geen afgescheiden slaapvertrek is. Wel heeft deze hut een radio waarmee bij noodgevallen contact kan worden gezocht met het dal.
Zondag 16/4
We slapen op ons gemak een beetje uit. Op de veranda hebben vannacht wat possums hun behoefte achtergelaten; watch your step! Possums zijn geintroduceerd en worden beschouwd als een "pest". De kiwi's zijn niet dol op deze beestjes, die jaarlijks tonnen inheemse planten verslinden. "Possuming" is hier dan ook het werkwoord voor jagen op deze beestjes.
Dan gaan we op pad naar de Hut pinnacle. Ik probeer daar een paar routes voor te klimmen, maar het wil nog niet zo lukken; sommige haken zien er verdacht uit en ik heb geen zin om erachter te komen of ze me wel houden of niet...
Op de west pinnacle, een stukje verderop, hebben we meer succes. Daar glimmen de haken ons tegemoet, zoals we het graag zien :-) We klimmen een route van twee touwlengtes naar de top. De rots laat zich lastig "lezen", maar dat komt ook omdat de greepjes, die ik zoek, er soms gewoon niet zitten... Met andere woorden, boven komen vergt voetenwerk.
Na de eerste touwlengte volgen we een soort geul omhoog. De rots ziet er zo nep uit, dat ik me op de Mte. Cervino in Bergschenhoek (buitenklimmuur) waan. Overal steken brokken steen uit de rots; een beetje zoals in de Eifel, alleen dit is geen conglomeraat (rivierafzettingsgesteente) met rivierkiezels erin, maar echte lava. Alhoewel soms brokkelig, is het gesteente wel buitengewoon compact. 60 meter lang kom ik geen enkele (!) rotsspleet tegen. Ik had die paar nuts wel beneden kunnen laten...
We topropen nog een route ernaast, maar hij is eigenlijk een beetje te zwaar. Na veel hangen komen we wel allebei boven. Daarna is het eigenlijk wel een beetje gedaan met de "drive".
Eenmaal terug eten we de meegebrachte (voorgekookte) groenten met "shrimp" en "pork" "noodles".
De hut is 's middags aardig volgelopen, eigenlijk verbazend dat we nog steeds de enige klimmers zijn. Uiteindelijk zijn we met 17, wat best wel veel is voor een hut die gebouwd is voor max. 19 personen. Allemaal locals, waaronder twee gezinnen met kinderen.
De gebruikelijke kiwi hoffelijkheid voorkomt eigenlijk alle irritaties die je normaalgesproken in zo'n volle hut zou hebben. Er zijn geschreven regels ofzo, maar schoenen gaan uit bij de deur, het aanrecht met 2 branders wordt om de beurt gebruikt (wat eigenlijk automatisch goed gaat) en praten op normaal volume wordt alleen buiten op de "porch" gedaan; in de hut is het rustig.
Een veeboer uit Christchurch, die met z'n twee zoons een stukje van de walkway probeert, blijkt in Deventer geboren te zijn; zijn ouders zijn in 1964, toen hij 2 was, naar NZ geemigreerd. Hij is vooral geinteresseerd in hoe het NedErland economisch vergaat. We beloven hem "Hi to Holland" te zeggen voor hem.
Liesbeth is nogal gevoelig voor blaasonsteking. Ze moet 's nachts, als ik als een blok lig te slapen, een paar keer naar de WC. Daarbij heeft ze "close encounters" met possums, die rond de hut zitten. Die worden aangetrokken doordat er mensen zijn; waar mensen zijn, is voedsel. Als Lies een keer naar de WC loopt zonder licht aan te doen (de maan schijnt), zit er eentje midden op het pad. Deze is voor geen kleintje vervaard, zet een hoge rug op en begint vervaarlijk te grommen. Possums zijn niet gevaarlijk, maar om 2 uur 's nachts enhalf slapend zien dingen er heel anders uit dan bij daglicht... Ze heeft gelukkig onze knijpkat mee; die gaat aan, en 't licht en het geluid van de "koffiemolen" (je draait aan een hendel om 't ding op te laden) jaagt het beestje van het pad.
Maandag 17/4
Weer slapen we een beetje uit. Het plan is niet al te vroeg te vertrekken; het weer zou vandaag goed blijven, het is niet zo ver en we willen een beetje achter de horde aan. We zijn uiteindelijk bijna de laatsten die vertrekken.
Op de heenweg hebben we duidelijk te weinig water gedronken. Ik kook liters en liters en vul ook onze platypus, die we bij ons hebben.
Op weg naar beneden is het flink opletten, zeker in de buurt van de beek is het pad wederom nat en dus glad; bovendien hebben we nu meer af te dalen dan te klimmen. Maar het scheelt dat we weten wat er komt. Het oversteken van de beek lukt ook deze keer zonder nattigheid :-) Als we bij Duke's knob zijn, krijgen we weer zicht op de Canterbury plains.
Dan zijn we terug bij de camper. Hehe... rugzak af, bergschoenen uit, schone kleren aan... wat een genot.
Als we een beetje bijgekomen zijn, rijden we de "Inland scenic route" naar Darfield. 's Avonds staan we in Christchurch.
En natuurlijk, zal je net zien, dan slaat het ongeluk toe... Ik heb de camper naast een betonnen plateautje gezet, maar een beetje onhandig ernaast. Ik stap uit, verdraai m'n enkel en ga op m'n m**l. De nederlandse krachttermen zijn niet van de lucht
:-) zeker als na het douchen blijkt dat ik een flink ei op m'n enkel heb. Nou ja, koelen en omhoog die voet dan maar. En je maar gelukkig prijzen dat zoiets niet boven, in de bergen, gebeurt...
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley