Arco - Reisverslag uit Arco, Italië van Stefan en Liesbeth Leede en Kroone - WaarBenJij.nu Arco - Reisverslag uit Arco, Italië van Stefan en Liesbeth Leede en Kroone - WaarBenJij.nu

Arco

Door: Stefan en Liesbeth

Blijf op de hoogte en volg Stefan en Liesbeth

11 Juli 2009 | Italië, Arco

Zondag 21/6/2009

Na gedag te hebben gezegd vertrekken we naar het Noorden. Eerst weer die bergweg van Firenze naar Bologna, met 27 tunnels en talloze bochten; waar menig Italiaanse automobilist de coureur kan uithangen. Er staat een harde wind en we zien veel donkeren wolken; maar de neerslag blijft beperkt tot een paar dikke spetters. Dan klaart het op en vrij snel zijn we weer bij de echte bergen. We besluiten langs het Gardameer naar Arco te rijden, onze bestemming van vandaag; maar hoewel het meer en de steile rotswanden er mooi bij liggen worden we alle reclamebordjes van campings en hotels snel zat. Uiteindelijk komen we aan in Arco, waar we ons tentje opzetten bij Camping Zoo. Arco is één van de oudere sportklimgebieden in Europa, zo’n 25 jaar geleden hoorde ik er voor het eerst van. Nu is het eindelijk zover en kom ik hier voor de eerste keer. Ondanks het feit dat het hoogseizoen nog niet aangebroken is, zie je hier en daar klimmers. Boven de camping uit torent de Monte Colodri. Bij de top heeft iemand een ‘slackline’ over een kloof gespannen. Er loopt een persoon overheen (wel gezekerd) en hij wordt gefilmd: vast extreme sports van MTV…
Vanmiddag houden we rust maar morgen gaan we aan de bak. ’s Avonds eten we bij een pizzeria direct onder de wand, waar ze ons in het Duits aanspreken. Ongeveer 200 meter boven ons zijn klimmers bezig. Ik hoop maar niet dat het daarboven al teveel ruikt naar verse pizza, die jongens zouden weleens hongerig kunnen zijn…

Maandag 22/6/2009

We gaan klimmen! Voor mij wordt dit de eerste keer na 3,5 week volledige rust om mijn elleboog te laten herstellen. Ik hoop dat het goed gaat. Onze bestemming is Muro dell’Asino, een rotswand met routes in alle moeilijkheidsgraden. De routes bereiken we deels via een staalkabel en de laatste paar routes zekeren we vanaf een houten vlonder die aan de rotswand is gemonteerd. We klimmen wat makkelijke routes, die flink glad zijn geklommen. Ondanks het feit dat het een doordeweekse dag is, is het niet echt rustig. Er zijn vooral Zwitsers op pad. Ik klim lichte routes en ben constant op m’n hoede voor dat – inmiddels veelvuldig – vervloekte moeie gevoel in m’n rechter elleboog; maar het blijft uit. Liesbeth gaat lekker voluit, zij neemt vandaag de zwaardere routes voor haar rekening.
Als we terug op de camping zijn, hoor ik ineens van achter “ja wij willen graag ons klimgidsje terug!”. Ik draai me om ‘et voilà’, daar zijn Howard en Ezra. We hadden niets afgesproken, zij zouden deze week in de Dolomiten gaan klimmen, maar daar was het zo slecht weer dat ze naar Arco kwamen. What a pleasant surprise!

De oogst van vandaag:
Lo Spazzocamino (4a)
Calcio d’Angelo (4b)
La thermos die desideri (5a)
La Macchia Nera (4a)
?? (4c)
Questione di Peeling (6a)
?? (plaat 6b, Liesbeth)

Dinsdag 23/6/2009

Liesbeth heeft last van haar tenen, dus gaan wij niet klimmen. We gaan Liesbeth’s eerste officiële ‘klettersteig’ (of ‘via ferrata’) doen. Deze ‘klimpaden’ zijn klauterroutes waar een staalkabel is bevestigd om jezelf aan te zekeren. Onze ‘klettersteig’ is die op de Monte Colodri, eentje die kort en niet zo moeilijk is, maar daardoor een goeie intro voor Lies, ook om even te wennen aan de specifieke uitrusting (handschoenen, klettersteigset, twistlockkarabiners, etc.). Vanaf de camping lopen we naar het begin en klikken ons vast aan de kabel. We zijn niet de enigen, achter ons komen een paar Britten omhoog, maar gelukkig is het geen filelopen. De ‘klettersteig’ zigzagt door de wand omhoog; eigenlijk niet meer dan een rotsachtig pad met een flink ravijn ernaast, waarbij je soms even over een steil stuk rots moet. (Liesbeth: tja, klinkt alsof je het even na het ontbijt en voor de koffie doet, toch?Hmm)
Dan zijn we boven en dalen we via de andere kant langs het Muro dell’Asino en een supersteile kruisweg af naar Arco. Het is tussen de middag, de winkels zijn dicht en dus nemen we eerst een kijkje in het plaatselijke Arboretum waar onder andere bamboe-bos, Japanse (draaiende) cipressen en -jawel- Nieuw-Zeelandse “cabbage tree” groeit. Daarna eten we een IJS… ik schrijf expres IJS want da’s heel wat anders dan die ‘ijsjes’ in Nederland…. dit is een klasse apart. Dan is het ineens 15:30 uur en gaan de winkels weer open. We bezoeken bij elkaar 7 klimwinkels, waarvan sommigen helemaal gespecialiseerd zijn op één enkel merk. Ik voel me als een Al Qaeda terrorist in een wapendepot van een voormalige Sovjet-republiek. In de La Sportiva-winkel koop ik een nieuw paar Mythosjes (klimschoentjes). Ik zie hier meer ijzerwaren bij elkaar dan ooit te voren… Robots van Rock Empire, het complete assortiment Tricams, Offwidth Cams van Metolius, Skyhooks en Copperheads, opnieuw uitgevonden Mamba’s (zijn ze ooit weggeweest?) en zelfs smeed- en hardijzeren haken. Er hangt aan mijn gordel maar één dingetje dat ze hier niet verkopen en dat zijn Ball Nuts. De meeste spullen zijn goedkoper dan in Nederland, met uitzondering van klimgrepen (plastic), maar ja, ze hebben hier ook zoveel rots…
’s Avonds wil ik nog even testen hoe onze walkie talkies het doen. Deze willen we gebruiken voor communicatie in de rotsen. Maar om ze te testen moet je natuurlijk een stukje van elkaar weglopen… dat doe ik, maar zonder voor mij uit te kijken en dus – TOING! Vol tegen een lantarenpaal aan. Een echt ‘Stefan-moment’ :), de schade blijft beperkt tot een ‘ei’ en daarna een ‘fresco’ op mijn voorhoofd…(Liesbeth: multitasken is een vrouwending Steef!)

Woensdag 24/6/2009

We gaan met z’n vieren naar Nago, één van de grotere klimgebieden hier. Om mijn ‘fresco’ te verbergen heb ik mezelf een hoofddoek a-là Rambo omgebonden – liever een vervroegde midlife-crisis dan huiselijk geweld… We rijden mee met Ezra en zij loodst ons over enge smalle weggetjes naar een parkeerplaats hoog op de berg met mooi uitzicht op het Lago di Garda. Een breed wandelpad voert ons naar de rotsen. Het gebied Nago is zelfs voor Arco-begrippen behoorlijk groot, er zitten honderden routes. Maar daar staat tegenover dat het er ontzettend druk is. Zelfs op een doordeweekse dag buiten het hoofdseizoen. We speuren naar doenbare routes en splitsen ons op. Liesbeth en ik vinden ‘Little Crack’, een 5c die, zo blijkt, behoorlijk gladgeklommen is. Omhoog komen is niet echt een genot, ik vind m’n draai niet en blijf steken onder de laatste haak. Liesbeth heeft het beter begrepen. Zij weet zich gladjes al hangend en steunend door de hoek heen te werken naar de omkeerhaak. Ze zegt dat het aan haar nieuwe schoentjes ligt, jaja… Ik probeer hem nog een keer, maar het zal nooit liefde op het eerste gezicht worden…
Ezra en Howard komen bij ons. Howard vertelt ons dat zelfs de zessen in dit gebied vaak afgeklommen zijn. We dalen af naar ‘sector A’, waar meer makkelijke routes zitten. Maar ook hier speelt de combinatie van temperatuur (hoog) en gladheid (zeer) me parten. Het beste is om er maar ‘doorheen’ te klimmen. Maar na een 4b hoek waarin ik me voel als een kreeft in een kookpan, houd ik het voor gezien. Tijd voor een ijsje en we gaan uit eten bij een pizzeria in een historisch gebouw dat uit 1510 stamt: mooie wandschilderingen.
Als we terugkomen op de camping blijkt een bende Slovenen kamp te hebben gemaakt ongeveer op de plek waar wij staan. He? Er is niet meer dan één oogopslag nodig om te concluderen dat dit heel veel ergernis gaat opleveren, dus verhuizen we met z’n allen naar een stuk verderop. Lang leve de koepeltentjes: die pak je op en zet je zo ergens anders neer…

De oogst van vandaag:
Little Crack (5c) (Liesbeth 3x want zij vond ‘m leuk)
Naamloos (5b)
Naamloos (4b)

Donderdag 25/6/2009

We zijn vroeg op want we willen klimmen op de Placce Zebrate (bij onze oosterburen bekend als de Sonnenplatten), een immense plaat van kalksteen met sportklimroutes van 3 tot 16 touwlengtes in alle moeilijkheidsgraden. Liesbeth en ik hebben niet meer ‘tandem’ geklommen sinds de Vogezen dus dat gaan we even lekker ‘afstoffen’.
De weg erheen gaat niet helemaal goed, ik mis een afslag en rij aanvankelijk verkeerd richting Dro, waar we een mooi kasteeltje bij een kloof zien. Dan zijn we er, parkeren en lopen naar de wand, die er indrukwekkend uit ziet. Ondanks de drukte bij de rotsen is de route die ik op het oog heb, ‘Man Ilia’, vrij.
De eerste touwlengte is voor mij, over een gebroken plaat recht omhoog naar de eerste standplaats. Eenmaal daar kan ik Liesbeth niet meer zien, maar om de communicatie te helpen hebben we de walkie talkies mee. We doen dit voor het eerst. Een uitstekend idee, zo blijkt, want we kunnen met elkaar praten alsof we naast elkaar staan, wat betekent dat we touwcommando’s kunnen doorgeven maar ook kunnen overleggen. Dit scheelt een hoop tijd en energie.
Aangezien we ‘tandemklimmen’, klimt Liesbeth vanaf de eerste standplaats direct door. De route volgt een vage band aan de bovenkant van een gladde plaat die naar rechts loopt. Het is even zoeken want er zitten niet heel veel haken en er is veel begroeiing in de vorm van laag struikgewas. Maar uiteindelijk hoor ik het geruststellende “stand!” door mijn walkie talkie. Als ik ga klimmen, hoor ik links van me “STEIN!”. Ik kijk die kant op en zie een rotsblok ten grootte van een magnetron langs de wand omlaag stuiteren en met een knal in het puinveld landen. Hmm, blij dat we niet daar klimmen, het is er nogal druk. Ik hoop alleen maar dat Ezra en Howard niet in de baan van die steen zaten, zij klimmen daar ergens…
(achteraf blijkt dat dit gelukkig goed is gegaan). Ik passeer Liesbeth en dan is het mijn beurt om te zoeken – ook hier is het routeverloop niet zo duidelijk. Ik vind dat wel leuk, schijnbaar heb ik nog wel wat ‘alpiene klimgenen’. Ik maak stand en haal Liesbeth omhoog en dan pauzeren we (3e standplaats). We zijn op de helft en er is een plateau met genoeg ruimte om te zitten. Het uitzicht op het dal is mooi, het kasteel naast de kloof is goed te zien. Dan klimmen we weer door. Ook nu is het even zoeken, Liesbeth moet een soort schouw uit klimmen waarbij je pas op het laatste moment de volgende haken ziet zitten. We hebben natuurlijk wel een boekje met een tekening van de route, maar die geeft niet heel veel duidelijkheid. De rots is ook niet zo afgeklommen dat je daaraan kunt zien waar je heen moet – dit soort routes laat zich via allerlei verschillende wegen beklimmen. Als ik Liesbeth weer passeer (4e standplaats) klim ik door rommelachtig terrein naar de meest voor de hand liggende lijn met haken, die rechts van een geul omhoog voert over een opvolging van gladde plaatjes. Ik twijfel even of ik niet ben afgedwaald naar een andere route (moeilijker), maar “what the heck”. Ongeveer 40 meter boven me zie ik een klimmer verdwijnen; daarvan zal ik geen last hebben. Het komende stuk ziet er ook niet té moeilijk uit; meer een kwestie van goed kijken. Liesbeth komt omhoog (5e standplaats) en klimt de laatste lengte, die door een hoek loopt en niet zo lang is. Dan zijn we boven.
Ik heb een lekker gevoel. Dit is de langste route die ik sinds 1996 heb geklommen (met Jona Spaargaren in de Lienzer Dolomiten), oude tijden herleven en ik ben het schijnbaar niet verleerd. Wel wacht ons nog de afdaling; door typisch Dolomiten-geröll (gruis) naar beneden. Nu kom ik erachter dat Teva’s (stevige slippers) toch niet het beste schoeisel zijn voor dit terrein… ik ben dan ook behoorlijk moe als we ruim een uur later weer beneden zijn. Maar wat beklijft na deze lange dag is een voldaan gevoel.

De oogst van vandaag:
Man Ilia, 4 (6 touwlengtes) (Liesbeth: en een halve watermeloen!)

Vrijdag 26/6/2009

Vandaag hebben we niet geklommen. We hebben even mail gecheckt en nog wat spulletjes gekocht; ik een paar ‘approach shoes’ om taferelen zoals gisterenmiddag te voorkomen. Daarnaast hebben we het weer-orakel (internet) geraadpleegd. Liesbeth en ik besluiten ondanks de wat onzekere weersvooruitzichten morgen zoals gepland richting Cortina d’Ampezzo te rijden. Morgen is het zaterdag en gaan onze wegen uiteen. Ezra en Howard gaan naar Ticino. Uiteraard eten we een IJS en daarna bij onze vaste ‘pizzeria’.

Zaterdag 27/6/2009

Gisterenavond bleek dat bij de steile kloof met het kasteel een klettersteig zit, de ‘sentiero attrezzato Rio Sallagoni’. Deze is iets langer dan de klettersteig op de Monte Colodri, en een stuk moeilijker. Volgens het gidsje “Sehr schwierig und ausgesetzt, armkraft unerlasslich”... we zijn benieuwd. Het is inderdaad een behoorlijk heftige klettersteig, waarbij je door overhangende passages heen moet, maar wij kunnen er als klimmers goed mee uit de voeten. De kloof is soms zo smal dat je van de ene kant naar de andere kunt overstappen. Verder komen we twee ‘Tibetaanse bruggen’ tegen, die bestaan uit drie staalkabels (twee voor je handen en een om over te lopen). Eenmaal boven komen we bij het Castello de Drena, een kasteel dat tussen de 9e en 17e eeuw is opgebouwd en begin 20e eeuw is gerestaureerd. Helaas, geen koffie of taart… er is wel een bruiloft aan de gang. Het uitzicht vanaf de - merkwaardig gerestaureerde - hoofdtoren op de Platte Zerbrate en de Monte Brento is indrukwekkend.
De overgebleven kantelen hebben een bijzondere vorm, die je vaak terug ziet in deze vallei. Na een korte afdaling over een paadje zijn we terug op de parkeerplaats. Het is tegen het middaguur als we op weg gaan naar het noorden. We eindigen de dag in de buurt van Moena en Canazei, waar we een hotelletje pakken.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Stefan en Liesbeth

Wat doen wij op vakantie graag? Klimmen, shoppen, wandelen, trekken, vliegen, skydiven, kanoën, door grotten kruipen, boulderen, luieren, lezen, spelletjes spelen...

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 1530
Totaal aantal bezoekers 133636

Voorgaande reizen:

01 December 2005 - 31 December 2020

Alle reizen bij elkaar

Landen bezocht: