Due southwest
Door: Stefan en Liesbeth
Blijf op de hoogte en volg Stefan en Liesbeth
31 Maart 2006 | Nieuw Zeeland, Haast
We rijden vanuit Takaka via Motueka, Hope Saddle en Murchison naar Westport. Verder weinig te melden, behalve dat we bij een boer hertenworstjes kopen voor NZD 1,- per stuk. Deze blijken later heerlijk te zijn... Tot onze verbazing lezen we 's avonds verzoeken om zuinig aan te doen met water, want het heeft al een tijdje niet geregend hier. Aan de westkust nota bene, het natste gebied van NZ!
Zaterdag 25/3
Vandaag staan we weer vroeg op. Karamea, de meest noordelijke plaats aan de westkust, is onze bestemming. Behalve dat de Heaphy Track (een van de "Great Walks") hier begint is het een uithoek en naar verwachting rustig. Liesbeth heeft wat dingen uitgezocht voor vandaag. Eerst rijden we naar het Oparara basin, zo'n 25 km noordelijk van Karamea. 10 km na het dorp ligt de afslag. Er staat een bordje naast de weg: "not suitable for big vehicles, buses and campervans". Hmm? Nou ja, toch maar proberen. Het is me nogal een weggetje, steil, op en af, smal en met talrijke bochten. Het lijkt een hele tijd te duren voor we op de carpark aankomen (en tegen die tijd ben ik ook weer wat zweetdruppels armer!)
Maar de beloning mag er zijn. Op een half uurtje lopen vanaf de carpark heeft de rivier zich een weg gebaand door een kalkstenen barriere. Het resultaat is een "arch", een boog; nou ja, eigenlijk een reusachtige tunnel van 200 meter lang. Net lang genoeg zodat de meegebrachte koplamp handig is. Het is een indrukwekkende omgeving, maar zo groots, dat het niet goed op foto vast te leggen is.
We lopen er doorheen naar de andere kant. Het zonlicht weerkaatst in het water tegen het dak van de "arch", zo'n 50 meter boven ons. Het enigszins bruin getinte water stroomt traag langs een hoge, overhangende wand en een tropisch uitziende, dicht beboste helling. Het water spiegelt bijna perfect, alleen als er wind zijn er rimpels; van hoog dwarrelen er wat bladeren in het water. Ik heb wel eerder dingen hier sprookjesachtig genoemd, maar dit slaat alles.
We gaan ook nog naar de "Moria gate", een andere, kleinere "arch". Deze betreden we door met behulp van een ketting af te dalen in een soort gat in de grond. Op de bodem staan we in een grot die uitkomt onder de "arch". Het dak zit vol met tufa's (druipstenen) en hier en daar komen er boomwortels doorheen. Daarna lopen we nog even naar de "mirror tarn", een stil meertje dat ook al door de plaatselijke VVV is omgedoopt tot iets uit Tolkiens "Middle Earth": "The Mirror of Galadriel".
De terugtocht naar de kust verloopt zonder problemen. We kamperen aan het echte einde van de weg, op de DoC-campground bij Kohaihai river, het begin van de Heaphy track. Voor zonsondergang lopen we er nog een klein stukje van, naar "Scotts lookout" en weer terug. Daarna nemen we op het strand wat foto's van de zonsondergang, maar de sandflies (een gemeen soort muggen) zijn in grote getale komen opdagen en de anti-insect begint uit te werken. Dus de camper in. We eten hutspot, met echte hollandse rookworst (maar wel uit NZ).
Zondag 26/3
Weer zijn we on-vakantie-ig vroeg op weg uit Karamea. Op deze mooie dag rijden we naar Charleston, een gehucht vlak onder Westport. Het laat zich al raden... jawel, hier valt wat te klimmen! Als we de camper op het lokale motorcamp aan de stroom hebben gezet, lopen we vanaf Constant bay over een DoC-track naar Ushers rock. Mijn klimgidsje voorspelt hier een modderige aftakking en krijgt gelijk. We dalen over een vaag paadje af in een "cove", een soort inham tussen twee uitlopers van rots die met hun voeten in zee staan. Om daar te komen duikt het paadje onder een paar grote rotsblokken door; we gaan door een soort grot. Dan staan we op het door de zee uitgesleten platform van Usher's cove. Het ziet er pokdalig uit, overal staan halfronde poelen met zeewater. Aan de rotsen die direct in het water staan hangen grote hoeveelheden kelp. Diepe spleten doorkruisen het plateau, waarin het zeewater kolkt en bruist. Er klinkt een geluid alsof er onder de grond op grote deuren wordt gebonst. Het gidsje raadt klimmen in dit gebied af bij "rough seas"; we begrijpen waarom...
Dit klimgebied is "traditional" in de ware zin van het woord. Dat wil zeggen dat er zo min mogelijk is ingegrepen op het terrein en de rotsen: er zijn geen haken zoals in Pohara; niet in de routes en meestal ook niet bovenaan. Wil je hier klimmen, dan moet je dus alle zekeringspunten zelf kunnen maken. Materiaal daarvoor (apparaatjes met intrigrerende namen als nuts, friends, camalots en tri-cams) heb ik meegebracht.
In 2004 had ik een beetje een "bad vibe" -ervaring in net zo'n soort klimgebied. Ik kies dus maar gewoon een gemakkelijke route uit. Die volgt een duidelijke rotsspleet, zodat ik elke 3 meter een bomvast zekeringspunt kan maken. Maar dan sta ik op een bandje net onder de top van de rots, waar deze spleet eindigt, en vraag ik me af waar ik een standplaats (een plek met twee goede zekeringspunten zodat ik Liesbeth veilig omhoog kan halen) kan maken. Waar ik sta is de rots nat, mossig en het ziet er niet echt stevig uit. Doorklimmen is ook niet echt aantrekkelijk; dat belooft een gevecht met struikgewas op een steil grashellinkje. Gelukkig kan ik er rechts omheen klauteren. Op de top is een mooi rotsblok waar ik mijn touw omheen kan gooien.
Liesbeth is binnen no time boven, en ik laat haar nog een keer zakken om een andere route te proberen die iets moeilijker is. De rots is ruw en scherp, en biedt goede houvast. Het is daarom wel een beetje uitkijken geblazen met mijn touw (dat moet nog 4 jaar mee is de plang), en, wederom, de vingertoppen.
Het is weekend, dus er zijn naast ons nog meer klimmers, maar niet veel. Een wat oudere kiwi klimt vanaf de Sunset rib, de uitloper tegenover ons, solo (ongezekerd) naar beneden. Dan verdwijnt-ie uit ons zicht, om voor onze neus weer op te duiken - vanuit de route die wij net geklommen hebben. Of ik mijn zonnebril kwijt ben, want hij heeft er eentje gevonden. Umm, well, no. Waarop de man zijn "afternoon stroll" hervat.
Het is inmiddels vier uur. We moeten nog een wasje draaien en dus gaan we op tijd terug naar het motorcamp. 's Avonds kijken we bij het eten samen met 2 kiwi's naar de netball (korfbal) finale van the commonwealth games: NZ tegen Australia. Bloedfanatiek natuurlijk. NZ wint!
Maandag 27/3
Vandaag rijden we naar Hokitika. Onderweg moeten we uitkijken dat we niet bij elke parkeerplaats stoppen voor foto's, want anders blijven we bezig... Er is nogal wat golfslag, die ervoor zorgt dat de kustlijn in een fijne, zilte nevel is gehuld, waar de zon doorheen schijnt.
In Greymouth tanken we de camper weer vol. Dit is de westkust, tanken waar je kunt dus, want zoveel tankstations zijn er niet... en ze hebben niet altijd wat wij nodig hebben: in Karamea, twee dagen geleden, bijvoorbeeld, was de diesel gewoon op. Jammer dan.
Van Greymouth rijden we naar Hokitika. We lunchen, legen de camera en kopen wat kadootjes, waaronder alvast eentje voor Liesbeths verjaardag. Daarna regelen we een "scenic flight" over de bergen voor morgenochtend (het weer zal dan naar verwachting nog beter zijn) en rijden we naar de Hokitika river gorge om een paar mooie plaatjes van het turquoise water te schieten.
Dinsdag 28/3
We zijn er vroeg uit, want om 8:30 uur worden we verwacht op het vliegveld. Het weer is perfect. Met een Cessna (vleugels boven) stijgen we op, vliegen naar Mt.Cook/Aoraki en weer terug. Aanvankelijk vliegen we over de kust en bossen, vervolgens over steeds hoger wordende heuvels totdat we boven besneeuwde bergen zitten. De bergen zien er hier (aan de westkant van de alpen) steil en onherbergzaam uit. Er zijn veel gletsjers, in alle soorten en maten; we komen nu in een gebied waar zelfs 12 meter regen per jaar (!) valt en dat is te zien. We vliegen over de firnbekkens van de bekende Franz Josef en Fox glaciers. Als we naar het westen kijken, zien we dat deze gletsjers over de rand gaan en in steile dalen verdwijnen, waarvan we de bodem niet kunnen zien.
Er zijn geen tekenen van menselijk ingrijpen of zelfs aanwezigheid, maar uiteraard zie ik allerlei mogelijkheden. We vliegen over de ene mooie sneeuwgraat na de andere, afgewisseld met steile rotsplaten en gletsjers die haast aan de berg lijken te kleven. Dan suizen we over de hoofdkam en zijn we aan de oostzijde van de alpen, boven de Tasman glacier; een breed dal, en onder een dun laagje wolken een heel eind verderop ligt lake Pukako. Naast ons Aoraki/Mount Cook, met iets meer dan 3700 meter de hoogste berg van het land, en Mount Tasman, twee kolossen bedekt met sneeuw en ijs.
We maken bij elkaar zo'n 140 foto's.
Als we de piloot hebben bedankt, rijden we weer naar Hokitika. Lies doet boodschappen, ik dump de foto's. Als ik terug kom bij de camper, draagt ze een brede grijns - Lies heeft bier gekocht en de cassiere heeft haar gevraagd of ze wel ouder dan 18 was... Rond half twaalf vertrekken we dan richting Franz Josef.
Voordat we daar komen, slaan we bij het gehucht Hari Hari van de hoofdweg af. We rijden naar het Whanganui headland, waar een korte wandeling ons naar Mount One One voert. Nee, niet 2 keer 1, het schijnt een Maori betekenis te hebben; maar wat, daar zijn ze nog niet over uit... De berg (nou ja, berg) staat aan de kust naast een riviermonding. Het is een oude morene (ophoping van puin, voortgestuwd door een gletsjer) die nu langzaam door de zee opgegeten wordt; aan de kant van de kust is ze steil maar begroeid; maar aan de zeekant loopt ze loodrecht naar beneden. Grote keien steken uit de zijkant. Een trap voert ons naar boven. Het uitzicht op de bergen is prachtig.
In Franz Josef tanken we bij. In Fox rijden we even langs de garage, en ons vermoeden blijkt te kloppen; het waarschuwingslampje van de "t-belt" is aangesprongen omdat er 100.000 km is gereden met de camper. Dit behoeft geen aandacht.
We lopen het (toeristische) rondje rond Lake Matheson. Daar is ook een kudde boeddhisten is losgelaten, in mooie Fleuril-oranje gewaden. We maken standaardplaatjes van de Mt. Cook en Mt. Tasman, dat wel, maar ze zijn mooi... We besluiten morgen vroeg nog een keertje langs te gaan. 's Avonds eten we "uit" bij het Tableau bar and cafe, die we spontaan tot de beste "eatery" van Fox uitroepen. Daarna tasten we ons in het donker een weg in het bos aan de rand van het dorp waar glowworms wonen.
Woensdag 29/3
Opgestaan om 5:30 uur... zo vroeg sta ik thuis doordeweeks niet eens op!! We scheuren naar Lake Matheson voor de eerste zonnestralen op de bergen. Die krijgen we te pakken. We zijn niet de enigen, overigens. Terug op de parkeerplaars denkt een troepje Kea's (bergpapagaaien) ook dat het tijd is voor ontbijt, eentje is er zelfs al aan onze camper begonnen en als we hem wegjagen, hopt-ie vrolijk over naar de volgende camper.
Wij hebben ons verlate ontbijt aan sandfly, eh, Bruce bay, ongeveer 50 km ten zuiden van Fox Glacier. Net voorbij Knight's Point stoppen we nog even bij Ship's creek, waar we een troep dolfijnen in zee vlak voor het strand heen en weer zien zwemmen, af en toe in paartjes van vier boven het water uitspringend. Dan komen we bij Haast, waar de hoofdweg naar het oosten buigt richting Wanaka en Queenstown. Wij rijden door naar het zuiden, naar het Cascade viewpoint. De route voert ons over een reusachtige gletsjermorene naar terrein waarin de begroeiing opeens heel anders wordt; lage, stugge bosjes in plaats van gematigd regenwoud. We wanen ons eerder in Arizona dan in New Zealand. De oorzaak is zichtbaar aan de bergen achter ons. Die zijn behoorlijk rood; er zit hier zoveel ijzer en magnesium in de grond dat er hier geen bos wil groeien.
Daarna rijden we naar Jackson bay, het meest zuidelijke dorpje aan de westkust. We willen hier fish 'n chips eten, want de vorige keer was dat hier het best van heel New Zealand! De vertwijfeling is dan ook groot als het restaurant (in een soort vrachtwagen gevestigd), "the Craypot", gesloten is vanwege omstandigheden. Jammer! We parkeren de camper en slapen een uurtje, het was immers vroeg vanochtend en bovendien is het behoorlijk heet buiten (geen wolkje aan de lucht).
We rijden terug naar Haast, tanken en volgen de weg naar "the gates of Haast"; de poort naar Otago en het oostelijke achterland. Onze tocht naar het zuiden langs de westkust is teneinde. De zon gaat onder en bij lake Wanaka en lake Hawea schieten we mooie plaatjes vanwege het avondlicht. We slapen vanavond in het Kidds bush reserve, een DoC campground aan lake Hawea. Er staat ook een groep middelbare scholieren op schoolreis ofzo, maar daar hebben we niet veel last van.
-
01 April 2006 - 20:20
Jan Paul:
Beste Stefan en Liesbeth,
Jullie foto's brengen bij mij weer een hoop goede herinneringen boven aan de vakantie die ik een paar jaar geleden in Australie heb gehad. Jullie foto's zijn heel mooi, maar dat moet een makkie zijn in zo'n mooi land.
Veel plezier verder!
Jan
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley