Stewart Island, land of the RAINING skies...
Door: Stefan en Liesbeth
Blijf op de hoogte en volg Stefan en Liesbeth
08 Oktober 2007 | Nieuw Zeeland, Queenstown
Maandag 1/10
Vannacht heeft het weer geregend, en alhoewel het nu weer droog is en een waterig zonnetje voorzichtig door de wolken prikt, gaat het waarschijnlijk wel weer even duren voor er geklommen kan worden. We hebben er genoeg van en dus besluiten we door te rijden naar Invercargill. Misschien dat we op de weg terug naar Christchurch nog even langshoppen als het weer OK is.
We rijden over de Cardrona valley road naar Queenstown. Er wordt gewaarschuwd voor ijs maar het blijft bij mist en natte sneeuw. Daarna dalen we af en rijden we tussen Lake Wakatipu en de witte Remarkables de lange weg naar het zuiden, naar Invercargill.
Doel van onze reis is Stewart Island/Rakiura, dat net ten zuiden van het Zuidereiland ligt. Het is zo groot als Singapore maar er wonen maar zo'n 400 mensen. Het is nooit serieus gekoloniseerd, wat betekent dat het nog ongerepter is dan de rest van NZ.
Wij willen de Rakiura track (een "great walk") doen, of vliegen naar Mason bay aan de westkust en dan terug lopen.
In Invercargill gaan we naar het DoC voor advies. Echter daar kunnen ze ons niet echt verder helpen, zij raden ons aan naar Oban (het enige dorp op Stewart Island) te gaan en daar bij het DoC navraag te doen.
Aangezien de Mason bay-optie betekent dat we helemaal niet in Oban komen voor we gaan lopen, worden we hier niet veel wijzer van.
Op het vliegveld kunnen ze ons heel wat beter helpen. We kunnen er met onze piloot voor morgen, Raymond, een "100% self-made Kiwi", uiteindelijk onze hele trip regelen, inclusief stalling voor onze camper. Redelijk wat NZ dollars lichter maar ook blij dat alles rond is rijden we naar het Top 10 holiday park van Invercargill, waar we inpakken, avondeten koken etc.
Dinsdag 2/10
Vroeg op vandaag! Om 5:30 uur al, voor de laatste voorbereidingen. Al vroeg zijn we op het lege vliegveld van Invercargill. De camper mag achter het hek en voor de hangar, echt top. We vliegen samen met twee meisjes uit NZ, die ook een "tramp" gaan doen, naar Mason bay. Raymond, onze piloot, zal daar landen op het strand om ons af te zetten.
Omdat de reis niet gaat naar een vliegveld, is het toegestaan van alles mee te nemen, waaronder gas voor mijn brander.
Rond 9:00 uur stijgen we op in een eenmotorige zeszitter. Na een ruig vliegtochtje om de noordkant van het eiland (onder een front door), scheren we eerst een keer rakelings over het strand om de zeevogels af te schrikken. Dan een scherpe bocht en even later staan we op het strand. We zwaaien Raymond uit, zeggen elkaar gedag en gaan op pad.
Eerst parkeren we de rugzakken boven de vloedlijn, dan gaat alle regenkleding aan (er valt af en toe een bui, maar is ook fijn tegen de wind) en lopen naar the Gutter, een verbinding tussen twee zeearmen die af en toe dichtslibt, waardoor een rotsachtig eilandje verandert in een schiereiland.
Eenmaal bij the Gutter hebben we zicht op de zuidkust, waar woeste golven breken op steil oprijzende rotspieken. Het levert een paar mooie plaatjes op. De rechtop begraven doden van de Maori's, die hier in de duinen schijnen te staan, hebben we niet gezien.
Dan zijn we terug bij de rugzakken en beginnen we aan de 6 km noordwaarts naar Mason bay hut. Het lijkt veel verder. Het weer blijft wispelturig (wind, kou, zonneschijn, een regenbui) en onderweg wordt wel duidelijk dat er normaalgesproken bijna niemand aan het strand komt. We komen van alles tegen, van walvisbeenderen tot een half weggeroeste tractor. Af en toe moeten we een riviertje oversteken dat over het strand naar zee stroomt. We zijn een uur of twee onderweg als we twee families Kiwi's tegenkomen, die op weg zijn naar The Gutter. Zij zijn vanochtend ook hier gedropt met het vliegtuig. Als ze horen dat wij al bijna 2 uur onderweg zijn vandaar, worden ze minder blij: zij willen daar ook heen, zijn inmiddels al een uur onderweg vanuit Mason bay hut en hebben ook nog eens wind (met regen) tegen. Uiteindelijk komt het erop neer dat we met z'n tienen teruglopen naar Mason bay hut. Bij Duck creek staat de aangekondigde markering en eindelijk, eindelijk mogen we van het strand af. Niet dat 't niet mooi is, maar wel vermoeiend...
In Mason bay hut brandt als we aankomen een gezellig knapperend houtvuurtje. Er is verder nog een Frans stel aanwezig, die het hele NW-circuit lopen. Aangezien het vroeg is als we er zijn, gaan we nog een paar keer wandelen; het blijft wisselvallig, maar dit is nu eenmaal een goeie manier om warm te blijven. Een stukje richting de Big sandhill, een duin van 150 meter hoog, dat uitzicht geeft over het aparte gebied met zandverstuivingen aan Mason bay; en richting de Historic homestead, een verlaten boerderij waar meer dan 100 jaar geleden een poging is gedaan om schapen te houden (zonder succes). Op de terugweg komen we daar zowaar een echte Kiwi tegen, geen persoon maar de vogel, die zit te schuilen in een holletje aan de kant van de weg. Het is vrij zeldzaam deze vogels in het wild te zien.
Woensdag 3/10
Vandaag lopen we naar Freshwater landing hut, 15 kilometer over boardwalks en door modder naar het noordoosten. Zowaar schijnt de zon vandaag. Ik stook een vuurtje in de kachel maar houd er geen rekening mee dat er in het woonvertrek de hele nacht een vuurtje heeft liggen smeulen en er nog niet geventileerd is. Binnen de kortste keren krijg ik allerlei rare visuele gewaarwordingen, gevolgd door tunnelvisie: ik zie uitsluitend nog datgene waar ik recht naar kijk. Ik schrik er behoorlijk van, want ik heb geen idee wat het is. Liesbeth gelukkig wel: een lichte koolmonoxidevergiftiging. De ramen gaan open, en zodra ik buiten ben gaat het beter met mijn zicht, maar de rest van de ochtend loop ik wel met een houten kop rond.
Het weer blijft fantastisch. Eenmaal achter de duinen en voorbij de Historic homestead lopen we door een lage, moerasachtige vlakte. Onze tocht vandaag heeft zo weinig hoogtemeters dat het in Nederland had kunnen zijn! Soms hebben we uitzicht over water, gras en lage struikjes; vaker lopen we in een soort moerasbos. We horen en zien onderweg veel vogels: Belbirds, Tui's en een paar Robins, die bijna op onze schoenen landen.
Af en toe lopen we over een "boarded walk", een verhoging met plankjes. Hoe verder we komen, hoe modderiger het pad wordt. Poelen water versperren regelmatig het pad. Soms kunnen we er omheen, soms moeten we er dwars doorheen. De modder is vaak enkeldiep, wat maakt dat we erg blij zijn met onze gamaschen *). Zoals ze hier zeggen: "the colour of your boots will never be the same again after Stewart Island".
Rond 15:00 uur komen we bij Freshwater landing hut. Na een korte rust besluiten we dat er nog genoeg daglicht rest om Rocky Mountain (549 m) te beklimmen, een uitzichtsbergje achter de hut. Als we omhoog gaan, blijkt dat ze beter hadden kunnen spreken van Muddy Mountain. Het pad gaat "Kiwi (Scottish) style" recht omhoog, een "mudwrestle" tussen de natte boomworels en takken van het regenwoud door naar boven. Eenmaal boven was het uitzicht wel erg mooi, en dat maakte de klim... grotendeels goed, zullen we maar zeggen. Patersons inlet ligt onder ons, rechts zien we Mt. Anglem en recht vooruit zien we Mason bay en de hele route die we gelopen hebben. Links kronkelt Freshwater creek als de amazone het regenwoud uit. Om 17:30 uur zijn we terug in de hut. Het Franse stel is inmiddels aangekomen, alsmede een Franse jongen die in z'n eentje het NW-circuit de andere kant op loopt. Hij is van plan de week te overleven op gekookte rijst met kerriepoeder. Liever hij dan wij...
Donderdag 4/10
Om 8:15 uur worden we door de watertaxi van Ian, een vriendelijke Kiwi, opgehaald bij de steiger naast de hut. Het wordt een leuk ritje over de kronkelende rivier en de ondergelopen "tidal flats". We worden afgezet in Golden bay en met 10 minuten lopen zijn we in Oban, Halfmoon bay, vernoemd naar de gelijknamige plaats in Schotland. Dat geldt voor wel meer plaatsen hier. Ulva island, vlakbij, is vernoemd naar een Schots eilandje. We willen er graag heen, want Ulva island is een paradijsje om de endemische vogels van NZ te spotten. Enkele jaren geleden is het eiland systematisch ontdaan van alle geintroduceerde "pests" zoals possums en ratten.
Nadat we bij het DoC hebben betaald voor onze hutovernachtingen, boeken we een prive-rondleiding met Ulva Goodwill, een dametje van Maori-afkomst, op haar beurt ook vernoemd naar dit eiland, die bijna alles weet over de flora en fauna daar. We zijn erg blij dat we maar met z'n drieen zijn en niet met een hele groep, want we zien van alles.
* Robins; die wachten tot je de grond openharkt zodat ze insecten kunnen vangen.
* Een paartje zeldzame Saddlebacks.
* Kaka's ofwel bospapegaaien, familie van de Kea en bijna even brutaal.
* Tomtits, yellowtits, bellbirds, Tui's, Kakariki's en nog veel meer zeldzame vogeltjes.
* Allerlei speciale flora zoals; een plantje dat sinds de prehistorie niet veranderd is; een boom die op een andere boom groeit; spinorchideeen; inheemse bomen zoals de rimu, miro en totara; etc. etc.
Er is geen ophouden aan en onze 3 uur zijn om voor we het doorhebben, ondanks de regen.
Klein wereldje, Oban. Als we naar Ulva Island gaan, worden we toevallig weer gebracht door Ian. Op weg naar Golden bay komen we die twee Kiwi-families weer tegen. En Ulva kent Raymond, de piloot met wie we hierheen gevlogen zijn. Maar ja, met 400 inwoners valt dat misschien wel te verwachten.
We slapen vanavond in het South Sea hotel. Alles daaraan ademt een oude, wilde westen-achtige sfeer uit. Het is het oudste hotel van het dorp, dat voorheen ook dienst deed als een soort gemeenschapscentrum.
Het hele gebouw is van hout en dus vrij gehorig. Gelukkig zitten wij boven de dining room en niet boven het cafe, waar de locals het nog weleens laat willen maken (P.S. Wij hadden room no. 1).
*) gamaschen: waterwerend kunststof omhulsel, dat over je schoen gaat en halverwege je onderbeen ophoudt. Gamaschen voorkomen dat modder of sneeuw al te gemakkelijk je schoenen inloopt.
-
09 Oktober 2007 - 12:39
Krooneef:
hoi lies en steef,groetjes uit bodegraven,wij hebben hier een beetje
nazomer dus jullie missen iets.
lies je was is bijna gestreken,nog
een ronde denkt je moeder,dan heb ik
ook je boek misschien uit.
prettige vacantie nog,
doei Ma en Pa.
-
24 Oktober 2007 - 08:01
Trijntje:
Ik heb met plezier jullie weblog gelezen (in omgekeerde volgorde) en vind het jammer alweer bij de laatste bladzijde gekomen te zijn. Wat een prachtige vakantie en wat een mooi land!!! Ik zag op de weblog dat je je kunt abonneren, dus heb het emailadres van Lou en mij ingevuld, zodat we bij jullie volgende reis nooit te laat inloggen. Weten jullie toevallig ook waarom de Maori's hun doden rechtop begraven daar ben ik erg benieuwd naar? Ik heb net het boek de Whale Rider gekocht (de film al eens gezien, prachtig!) dat gaat over de Maori's. Dat ga ik maar eens lezen na jullie inspirerende weblog! Tot ziens in Nederland! (We zijn net voor de kerst weer terug).
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley