Gran Canaria
Door: Stefan en Liesbeth
Blijf op de hoogte en volg Stefan en Liesbeth
01 December 2009 | Spanje, Madrid
Vandaag wordt het record ‘vroeg opstaan om op vakantie te gaan’ verbroken. Om 2:45 uur piept mijn horloge me wakker. Terwijl Liesbeth zich nog een keertje omdraait, begin ik slaperig mijn lijstje af te werken. Laatste dingen pakken, melk opmaken, brood smeren voor op ’t vliegveld…
Donder en Bliksem (onze katten) hebben door wat er staat te gebeuren. Grote en vooral beschuldigende ogen volgen mijn doen en laten. Kop op mannen, we zijn maar een week weg! Een laatste aai en dan lopen we, berugzakt aan voor- en achterkant, naar de auto. Eerst halen we Nicole en William op, want we gaan met z’n vieren op vakantie.
Iets over half vier vertrekken we. Aangezien de meeste feestgangers al thuis zijn en de meeste vroege vogels nog moeten vertrekken, zijn we binnen een half uur in Leidschendam. En dan naar Schiphol. Het lijkt wel alsof de verlichting van de A4 alleen voor ons brandt.
Omdat Nicole bij Transavia werkt kunnen we deze vakantie “IPB’en”. Je betaalt minder voor je ticket, maar bent wel afhankelijk van de vraag of er plek is. Vanochtend gaat dat wel goed. Er vertrekken kort na elkaar drie vliegtuigen van Transavia naar Gran Canaria. Gisterenavond waren er op “onze vlucht” zelfs nog 80 plaatsen vrij.
Inchecken, security en dan een bakkie bij de Starbucks. Liesbeth en ik zijn een paar keer non-stop naar Nieuw-Zeeland gevlogen. Als we vliegen, stellen we ons daarom in op wachten, wachten en nog eens wachten. Zo met z’n vieren vliegt de tijd echter om en voor ik het doorheb zitten we in het vliegtuig. We hebben twee rijen stoelen achter elkaar en Liesbeth zit tijdens het opstijgen in de cockpit.
Dan vertrekken we. Het hel verlichte Schiphol met zijn vliegtuigen, pieren en installaties verdwijnt langzaam in de mistige nacht. Bijdraaien, gas geven en dan zitten we in de lucht, boven de mist.
[Liesbeth: in de cockpit was het zo rustig allemaal niet, de demping van het neuswiel deed het niet goed (waardoor gelukkig wel al mijn vastzittende spieren werden losgeschud) de verlichting van de runway stond vanwege de dikke mist op superfel (doet best pijn aan je ogen) en tijdens rotatie trad radiostoring op, veel herrie en een keihard werkende captain en first officer om uit te zoeken wat het probleem was. Petje af voor die professionals!
Niet veel later stond ook de fax nog op “fault”, maar dankzij mijn fingerspitzengefühl kreeg ik hem weer aan de praat…(Roger: klepje lief dichtdoen, niet slaan)]
In het donker onder ons zijn wegen, dorpen en steden zichtbaar als clusters en lijnen van oranje licht. Aan de oostelijke horizon gloort het eerste licht. Het grootste deel van Europa gaat schuil onder een deken van wolken, maar Lille, Parijs en de Eiffeltoren laten zich zien.
We hebben tegenwind en het duurt 4 uur en 45 minuten voordat we op Gran Canaria landen. Wanneer we de daling inzetten, gaat Liesbeth weer naar voren om ook de landing in de cockpit mee te maken. We vliegen boven de oceaan. Zonder schepen is het moeilijk in te schatten hoe hoog we zitten; 1 kilometer of 10, ik heb geen idee.
Dan draaien we en komt er land in zicht. Mijn eerste indruk is dat Gran Canaria zo mogelijk nog droger is dan Tenerife.
[Liesbeth: bij de landing red ik nog een rood katertje het leven door de gezagvoerder te waarschuwen, die aan de verkeerstoren doorgeeft: “there is a pussy on the runway, and it’s red-haired”, voor hij dubbel schiet van het lachen. Na enig aarzelen antwoordt de toren: “eh, we’ll send someone to check that, thank you”. Ik hoor ze niet maar ik weet dat de andere Engelstalige piloten zitten te gniffelen…]
Nadat we uitgestapt zijn en onze bagage hebben opgehaald, vergelijken we wat prijzen bij autoverhuurders. Uiteindelijk wordt het een grijze Renault Modus, groot genoeg voor ons vieren met bagage.
We verlaten het vliegveld en rijden via de kustweg richting Puerto Rico. Deze rit bevestigt mijn eerste indruk. Links van de weg witte appartementcomplexen, hotels en de zee. Rechts van de weg een droge woestenij: ravijnen, rotspartijen en stenige hellingen met hier en daar een cactus. In de verte grijze bergen, vaak glooiend met opeens een steilte.
De Engelstalige routebeschrijving brengt ons in één klap op de juiste plek. De voorkant van onze bungalow ziet er weinig inspirerend uit, maar eenmaal binnen blijkt dat we een klein paradijsje hebben gevonden. Drie tweepersoons slaapkamers, waarvan één met whirlpool, komen uit op een tuin met palmen en een zwembad, grenzend aan woonkamer en keuken zo groot als een balzaal. In de tuin vliegen twietende kanaries. Ik verwonder me erover dat ondanks de “appartementendichtheid” het hele complex zo is opgezet dat je niet bij de buren in de tuin kunt kijken en iedereen toch zeezicht heeft.
We hebben zelfs een restaurant op het bungalowpark: Tauro Grill. De openingstijden zijn toeristisch en ze hebben een echte houtskool-grill … just my kind of thing. Jammer alleen van het “entertainmentprogramma”, waarmee een aantal avonden verveelde toeristen worden vermaakt. Vanavond een viertal schaars geklede dames AKA arabische danseresjes. Nou ja, het kan erger... verderop in de week treden hier Tom Jones, Neil Diamond en Elvis – speciaal betaald om voor een avondje op te staan uit de dood – op.
Zondag 22 november
Na een ontbijt, waarbij William zich ontpopt tot “chef engels ontbijt”, gaan we op “inland reconnaisance”. Langs de steile rotskust en dan door een brede vallei met kleine dorpjes. Een ding hebben alle wegen hier gemeen: bochten, bochten en nog eens bochten. Via de “Azulejos” (blauwe, groene en gele rots) en de Mirador de Tasartico (bakkie koffie met mazapan; een plaatselijke lekkernij die lijkt op cake maar helemaal is gemaakt van vruchten) rijden we naar La Aldea de San Nicolas. Bovenop de bergen staan bomen; daar is het minder dor en droog dan op zeeniveau. Vanuit La Aldea nemen we een smal weggetje richting Roque Nublo en Pico de las Nieves, het hoge midden van het eiland. Het is eenbaans, opletten dus voor tegenliggers. We rijden nu door een echte “barranco”; een diep ravijn met stuwmeren en steile rotspartijen. De weg zigzagt als een bezetene. Soms rijden we door een tunnel in de steile bergwand, dan weer voert de weg ons over een smal berggraatje waar het links en rechts een paar honderd meter omlaag gaat. Soms in tweede versnelling, maar vaak in z’n één.
Maar ondanks het lage tempo winnen we snel hoogte. Roque Perez, een vulkanische rotszuil, torent indrukwekkend boven ons uit. We willen er een foto van maken, maar als we verderop stoppen, is zij al verzonken in het landschap onder ons.
Dan komen we op een wat bredere, doorgaande weg uit. Via Ayacata rijden we naar een parkeerplaats, vanwaar we naar Roque Nublo wandelen. Het is niet zo groot als de Roques del Garcia (http://liesensteef.waarbenjij.nu/?page=message&id=2415056) maar het idee is hetzelfde; bizarre rotsformaties zoals smalle naalden, grote spelonken en onverwacht vlakke plateau’s wisselen elkaar af.
Roque Nublo zelf is een rotsmassief van zo’n honderdvijftig meter hoog. Hier en daar zitten haken en er heeft zelfs iemand een setje achtergelaten. De wand is verticaal tot licht overhangend en ziet er moeilijk uit. We proberen eromheen te lopen, maar zonder touw lijkt dit toch niet zo’n goed plan... We hebben vrij uitzicht naar alle kanten, behalve naar het oosten, waar Pico de las Nieves met zijn radarinstallatie het zicht blokkeert. Het is heiig en de andere Canarische eilanden zijn niet te zien.
Op naar Pico de las Nieves dan maar, kijken wat voor uitzicht we daar vandaan hebben. We rijden door een naaldbos dat vol staat met bussen en auto’s en overal roken vuurtjes: de plaatselijke weekendhobby is picknicken in de vrije natuur.
De top van Picos de las Nieves is afgezet met een groot hek, het is militair terrein. We parkeren ernaast, kijken rond bij een put waar men vroeger sneeuw bewaarde, genieten van het uitzicht -zelfs de duinen van Maspalomas zijn te zien-, drinken wat, eten mazapan en rijden weer naar beneden.
De locals durven behoorlijk wat op de weg. Hoeveel bochten er ook zijn, even toeteren en ze scheuren je voorbij. Ayacata, San Bartolome, Fataga. Net onder de stuwdam van Fataga spotten we klimmers, ver onder ons.
Zo’n huurauto is altijd even wennen voor mij. Maar als ik voor de zoveelste keer vergeet de handrem goed eraf te halen, komt me dat te staan op een nachtelijke duik in ons zwembad… maar eerst eten. We rijden naar Playa del Ingles, erg toeristisch maar we hebben een restaurant-tip hier. Het is even zoeken maar dan heb je wel wat: dampende paella, gamba’s con ajo en bediening die een aardig woordje Nederlands spreekt.
Maandag 23 november
Vandaag gaan we naar Las Palmas, de grootste stad van het eiland. Voor het gemak spreken we af dat als er vandaag iets misgaat, het automatisch mijn schuld is. Zal wel te maken hebben met wat gisteren is gebeurd… ach, is niet veel anders dan normaal :) Het is 63 kilometer rijden naar Las Palmas, toch is het goed te doen; we nemen de snelweg die langs de kust ligt. Dan zijn we er. We vinden zelfs de Marks en Spencer, helaas hebben ze geen voedselafdeling, dus geen extremely chocolaty bonbons…Las Palmas is een feeststad qua verkeer, allemaal éénrichtingsverkeerwegen. Een poging om naar La Isleta te rijden mislukt, maar nadat we lunch hebben ingeslagen bij de supermarkt vinden we Playa del Confital wel. We lunchen, genieten van het uitzicht (branding, hoge golven) en voeren druiven aan kingsize hagedissen waarvan er hier nogal wat zitten. De bergen zijn in dikke donkere wolken gehuld, blij dat we vandaag niet omhoog gereden zijn.
We rijden terug naar het zuiden. Bij het Playa del Hombre liggen we een tijdje aan het strand. Ja je leest het goed… Stefan en Liesbeth liggen aan het strand. Het zand is zwart (vulkanisch, niet geïmporteerd uit de Sahara) en het is er lekker rustig.
We gaan vanavond maar eens niet uit eten: we halen verse pizza’s en salade in de supermarkt.
Nicole heeft een Itouch waarop het spelletje “flight control” staat. Vliegtuigjes en helikopters landen en zorgen dat ze niet botsen. Het begint simpel maar zoals te verwachten valt komen er steeds meer vliegtuigen en gaat het steeds sneller. Erg verslavend. We proberen het de hele vakantie, maar Nicole’s record van 412 wordt bij lange na niet verbroken…
Dinsdag 24 november
Vroeg op pad vandaag, om 8:15 uur zitten we in de auto naar Tamadaba. Nicole en William gaan daar wandelen, Lies en ik klimmen. Het is een lange reis; omhoog naar Ayacata en dan over zigzagweggetjes naar Tejeda en Artenara met z’n grotwoningen. Onderweg zien we Britse klimmers langs de weg en hebben we uitzicht op Roque Bentayga, een oude lavaprop.
Na iets meer dan 2 uur rijden zijn we dan bij de naaldbossen van Tamadaba, zo’n 1440 meter hoog. Met zo’n 350 routes is dit dé klimbestemming van Gran Canaria. We parkeren in het naaldbos bij “El Campamento”, pakken de spullen en lopen op goed geluk een paadje naar beneden. De geprinte topo is niet erg duidelijk, maar als we bij een paar op het oog doenbare routes komen, herken ik hierin toch “sector Musica y Balcones”. Aanvankelijk zijn we hier moederziel alleen. We klimmen twee routes: Ineptos (5+) en Nos vemos en septiembre (5).
De rots is bijzonder. Kleiachtig van structuur, maar toch keihard. Er zitten grote spelonkachtige gaten in, die goede grepen bieden. De haken zien er wat verroest uit maar zijn ruim voldoende aanwezig.
Dan komen er wat Noren opdagen met kleine kinderen. Wij lopen een stukje verder naar de volgende sector. Nou ja, dat denk ik … want de volgende sector is moeilijk te vinden.
Na een flinke zoektocht lopen we weer omhoog en doen we een bakkie en een broodje op de verste uitloper van deze bergrug. Het uitzicht is geweldig en dankzij de arendsogen van Liesbeth zien we in de verte El Teide (Tenerife) boven de wolken uitsteken.
Ik ga op zoek naar een paadje dat aan de andere kant van de uitloper naar beneden voert. Het is een hele speurtocht, maar uiteindelijk komen we er wel. Langs een hol rotsblok, waarin je kunt slapen, lopen Liesbeth en ik naar een volgend massief met een paar mooie routes.
We klimmen een route, waarschijnlijk El Rayista (6a). Het is geen lange route maar wel een pareltje.
Het doel van onze volgende poging is Ayacatosys (5+), maar zonder succes vanwege de vage instap en grote hoeveelheid losse rommel boven de eerste haak.
Verderop klimmen we nog La recompense te espara (6a). Typisch een route voor mij. De rots is steil maar de route begint bij een serie grote holen. Dus zit ik al redelijk hoog (en heb ik al wat haken ingehangen) wanneer het spannend wordt; daar gaat de route naar rechts, een gladde, overhangende wand in. Het is altijd even testen wat de rots kan hebben. Een schelf-achtige greep die ik probeer te gebruiken om omhoog te komen, breekt af zodra ik hem belast. Gelukkig staat Liesbeth niet recht onder me, want de schelf klettert uiteen op de grond. Ik ben blij wanneer ik zonder verdere “uitbrekers” boven komen. We klimmen hem allebei nog een keertje en dan worden we geSMSt door Nicole. We ruimen de boel op en gaan naar boven.
Eenmaal herenigd rijden we naar Artenara, het hoogst gelegen dorpje van Gran Canaria, beroemd om zijn rotswoningen. Er worden zelfs nieuwbouw flats in de rots uitgehakt. Ook hier hadden we een restaurant-tip, maar helaas, dit tentje is failliet gegaan. Dan maar een bakkie koffie in de Casa de correos, het voormalig postkantoor. Met zonsondergang rijden we via het Cruz de Tejeda naar Pico de las Nieves, wat mooie plaatjes oplevert. Met het vallen van de avond koelt het flink af. Afdalend vanaf ongeveer 1900 meter bereikt het kwik een minimum van 6 graden, voordat de temperatuur weer begint te stijgen. Eenmaal op de snelweg, bijna op zeeniveau, is het weer 19 graden.
We zijn laat terug dus eten we bij de Tauro Grill. Er is voetbal op TV dus vanavond geen Arabische danseresjes, Hans Kazan of Krusty the Clown. Ik maak weer gebruik van de mogelijkheden van een grill-restaurant: een mega-T-bone steak van een halve kilo…
Woensdag 25 november
Vanochtend eerst naar Puerto Rico gereden, een toeristisch dorp vlakbij. In het “tourist center” van dit dorp met hoge bar/café-dichtheid (eentje adverteert met de twijfelachtige boodschap “drag night every night – fit for the whole family”) probeert Nicole te “wifi-en”. Liesbeth en ik proberen een auto te huren voor de komende twee dagen, zodat we nog wat kunnen gaan klimmen. Maar zonder succes. Alle kleine auto’s zijn al verhuurd. Het lijkt wel hoogseizoen…Of zijn alle kleine autootjes aan Tenerife gedoneerd? (omdat het daar vorige week noodweer was en nogal wat dorpjes hun autootjes verloren dankzij modderstromen…)
Nou ja, we proberen het wel op het vliegveld. We rijden naar het noorden, shoppen bij de Decathlon en bezoeken de Caldera de Bandama, een oude vulkaankrater. Bij het uitzichtpunt loopt een klein rood-wit katertje klagend te miauwen, bedelend naar eten. Hij heeft wel echt honger, want zelfs brood met een beetje water gaat erin als koek.
Daarna rijden we door naar de Jardin Canaria. Een tuin met palmen, rotsen, allerlei plantjes, ontelbare soorten cactussen, drakebomen en… lunch! Ik eet konijn. Leuk idee, maar het is zo gaar en zo bedolven onder saus dat elke oorspronkelijke smaak er niet meer uit te halen valt. Helaas niet echt mijn ding.
Op weg terug naar het zuiden stoppen we nog even bij de aeroclub van Gran Canaria. Ongestoord lopen we over de “apron” waar wat één- en tweemotorige vliegtuigjes staan. Er is ook een soort vliegtuigkerkhof waar wat oude kisten staan, die zo te zien al lang niet meer hebben gevlogen.
Nicole vraagt na wat het kost om hier een vliegtuig te huren. De kosten blijken mee te vallen, maar ze zijn ook erg makkelijk met het verhuren van vliegtuigen aan vreemden.
Eenmaal terug shoppen we bij de SPAR – we hebben warm geluncht en dus houden we het avondeten beperkt tot wat brood. Via het internet van de Tauro Grill boeken Liesbeth en ik een auto voor morgen en overmorgen.
Vanavond testen we de jacuzzi op onze kamer, maar problemo. Er is niet genoeg warm water om hem te vullen. Iets met blijmaken en dooie mussen…
Donderdag 26 november
William en Nicole brengen ons naar het vliegveld, waar wij ons huurautootje ophalen. Daarna rijden we naar de noordkust van het eiland. De weg slingert door een ruig landschap; over een hoog viaduct, door een tunnel en weer over een hoog viaduct. Er is hier geen vlak stukje land te bekennen. We zitten een paar keer verkeerd, maar dan hebben we toch de goede afslag en rijden we barranco de Moya in. We parkeren naast een overvolle vuilnisbak (welkom in zuid-europa) en lopen het ravijn in. De wanden zijn hoog en steil, maar de bodem is groen. We lopen langs een gemetseld kanaal dat is aangelegd voor irrigatie. Dan komen we bij een paar gemetselde hutjes. Op diverse plaatsen in de rots steken haken; we zijn er.
Op een kort bezoekje van locals (geen klimmers) na zijn we wederom alleen. De routes hier zijn overwegend kort, daarom klimmen we met één streng van ons touw dubbel. We beginnen met Tepar caer (5+), een route die naar mijn idee een stuk makkelijker is. Het is even wennen aan de door water gepolijste rots maar ook hier zijn de routes weer goed behaakt.
Daarna doen we La placa de la Guancha (6a/6a+), een echt kuitenbijtertje van een route.
We lunchen. In het riet ritselt van alles; grote hagedissen, kleine gladde zwarte salamanders en muizen, die in de gaten hebben dat er gegeten wordt…
Na de lunch klimmen we El guerro del descuelgue (5+), een korte, doenbare route. Daarna Lo primero del descuelgue (5+) op toprope vanaf dezelfde haak. Blij toe dat ik niet voorklim. Deze route is heel wat lastiger dan alles wat we hier tot nu toe geklommen hebben. Misschien komt het omdat ik de lijn van de haken probeer te volgen; waarschijnlijk moet deze route ver rechts van de haken geklommen worden.
We doen een poging de hoger gelegen sectoren te vinden. Maar na een instorting in de barranco raken we verstrikt in een wirwar van kreupelhout. We gaan maar weer terug.
Als laatste klimmen we dan nog El Cuarto del Chiquillos (5) een vreemde route. Ook deze lijk je ver links van de haken te moeten klimmen. De directe variant is behoorlijk wat zwaarder.
Hierna besluiten we ons rondje rond het eiland af te maken. We rijden naar het westen richting Santa Maria de Guia. Daarna door Agaete en we pakken de bochtige kustweg naar het zuiden. Liesbeth speurt in het westen, maar El Teide gaat verborgen achter een band nevel. De andere kant op staat een hoge rotswand, waarboven de naaldbossen van Tamadaba liggen. Te denken dat we daar geklommen hebben…
De kust wordt steeds steiler. We komen langs de Anden Verde, een oud uitzichtpunt. De weg lijkt hier op dat oude computerspelletje Testdrive; links een bergwand, rechts een ravijn, een en al scherpe bochten, soms een tegenliggende truck. Toch wel fijn, zo’n vangrail...
Op de Mirador del Balcon stoppen we voor wat foto’s. De zon staat al behoorlijk laag als we omlaag rijden naar La Aldea de San Nicolas. Met het laatste licht rijden we langs de Azulejos naar Mogan en met donker komen we in Tauro aan. Daar eten Liesbeth en ik maar weer bij de Tauro Grill. Een “meat platter” voor twee personen, om het af te leren…
Vrijdag 27 november
Alweer onze laatste dag hier… Liesbeth en ik rijden naar Ayacata om te klimmen in la Biblioteca. Liesbeth voelt zich alleen niet zo lekker, ze is flink verkouden. Dus rijden we naar Fataga Presa, minder hoog in de bergen. Ik heb de eerste dag al gezien hoe we hier moeten komen, dus heb ik geen moeite de juiste afslag te vinden. Het weggetje wordt al snel onverhard, met hier en daar uitstekende stenen. Met een slakkengangetje hobbelen we naar de parkeerplaats achter de stuwdam. Eenmaal daar lopen we weer over zo’n waterkanaal om bij het klimgebied te komen.
We houden het bij twee routes: la Pachorra del Caidero (5) en La Princesita (4). De makkelijke routes zijn hier een beetje brokkelig, niet heel fijn. Populaire routes zijn makkelijk te herkennen. Massa’s pofvlekken, en hier en daar setjes die nog in projecten hangen.
We rijden terug naar Tauro met het idee even te lunchen en dan naar het strand te gaan. Maar als je eenmaal even gaat liggen in de tuin… we komen die dag niet meer weg. ’s Avonds eten we pizza in Patalavaca (tip van Nicole en William) en daarna pakken we de rugzakken en maken alles gereed voor de terugreis.
Zaterdag 28 november
Er is er één jarig… en dat is Nicole. ’s Ochtends vroeg worden we rond vijf uur al gewekt. Dit blijkt een foutje te zijn (klok vooruit in plaats van achteruit, geeft niet Nicole, het was jouw dag!). Uiteindelijk gaan we op weg. In onze huurtoyota zit nog zat benzine, Nicole en William rijden met de huurrenault op de laatste benzinedampen. Als de huurauto’s zijn ingeleverd checken we in. Het wordt een hele reis, de drie vluchten vandaag naar Schiphol zijn volgeboekt, we krijgen de alternatieve route terug. We beginnen met uitzicht op Tenerife, en daarachter La Palma. Enkele uren later raken we voor het eerst Nederlandse bodem in Eelde (Groningen), waar 1800 meter landingsbaan voor een Boeing 737 best krap is, getuige de remactie van de piloten. Met hetzelfde vliegtuig vliegen we naar Rotterdam Airport. Eigenlijk zat deze vlucht ook helemaal vol, maar omdat het vliegtuig weer doorgaat naar Gran Canaria zit er heavy crew in de cockpit: 3 piloten in plaats van 2. En daarom is er ook een “tent” in de cabine: 2 rijen van 3 stoelen waarin een piloot en een stewardess kunnen rusten achter een blauw gordijntje :).
Tot Rotterdam zitten wij met z’n vieren in de tent. In het laatste avondlicht vliegen we langs de afsluitdijk, Almere, de Vinkeveense plassen, over Bodegraven en recht op Rotterdam af.
Als we Rotterdam Airport verlaten stappen we over in Nicole’s auto, wat maar net past met al onze zooi... Liesbeth vindt 50 euro op straat, die meteen worden uitgegeven om te trakteren op chinees. Daarna brengt William ons naar Schiphol, waar wij onze auto oppikken. In een poging de bagage over te nemen eindig ik nog spookrijdend op de busbaan bij P30… maar het loopt goed af. Het is tegen tien uur als we de voordeur weer open trekken en begroet worden door Donder en Bliksem (onze katten). Het zit er weer op…
-
01 December 2009 - 19:35
Marjon:
He luitjes! Fijn dat jullie een goede vakantie hebben gehad! Weer erg leuk geschreven Stefan!
Groetjes!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley