Costa Blanca - Reisverslag uit Alicante, Spanje van Stefan en Liesbeth Leede en Kroone - WaarBenJij.nu Costa Blanca - Reisverslag uit Alicante, Spanje van Stefan en Liesbeth Leede en Kroone - WaarBenJij.nu

Costa Blanca

Door: Stefan en Liesbeth

Blijf op de hoogte en volg Stefan en Liesbeth

12 April 2010 | Spanje, Alicante

Zaterdag 3 april

Dit voorjaar gaat de reis weer eens naar het vasteland van Spanje. Een weekje Costa Blanca, klimmen en relaxen midden in een druk voorjaar.
Zaterdagmiddag gaan we op stap. Wederom hebben we een VIP-treatment… parkeren is geregeld, Nicole vliegt ons en we mogen vooraf een kijkje achter de schermen nemen. Mooi uitzicht op de landingsbaan vanuit de pilotenkamer.
Gevolgd door inchecken op z’n Rotterdams. Een stuk overzichtelijker en rustiger dan op Schiphol.
Eenmaal in het vliegtuig duikt Lies de cockpit in. Ik zit liever in de cabine, in de cockpit ben ik altijd bang dat ik per ongeluk een knopje omstoot en zo de meest verschrikkelijke ongelukken veroorzaak...
Een zit van 2.5 uur met een stuiterballende kleuter achter me, maar dat mag de pret niet drukken want het is vakantie. Alleen de volgende keer geen stoel op rij 8 graag. Daar zit geen raampje. Geen uitzicht maakt een saaie vlucht.
Met het vallen van de avond landen we in Alicante. Een auto is snel geregeld en niet veel later stappen we in een zwarte Seat Ibiza, een autootje dat direct bij mij in de smaak valt (trekt lekker op).
Deze week gaan we op de bonnefooi; alleen voor vanavond hebben we een hotel geboekt. We volgen de routebeschrijving naar Alicante totdat we ‘de tweede linksaf’ moeten nemen. Dat zou ons in één of ander achteraf straatje brengen, waar geen hotel te bekennen is… we rijden nog maar een stukje rechtdoor, maar ook daar vinden we geen hotel. Lastig hoor, met donker in een onbekende stad zoeken naar een hotel met een routebeschrijving die niet klopt. Maar dan zien we een bordje en komen we er uiteindelijk toch. Het lijkt erop dat de vertalers ‘links’ en ‘rechts’ door elkaar hebben gehaald…

Zondag 4 april

Tijd voor een kennismaking met ‘Costa Blanca climbing’. Niet zo ver van Alicante ligt het klimgebied Forada. De beschrijving in het klimgidsje zegt iets over een korte en een lange route, waarbij de laatste vriendelijker voor je banden is. Wij kiezen de lange route, maar slaan de laatste 3 kilometer toch maar over… vriendelijk voor je banden of niet, het ziet er mij te heftig uit. We wandelen het laatste stuk, een uur door Spaans berglandschap met terrassen, bossen en rotspartijen. Zeker geen straf.
Het massief Forada bestaat uit een rotsgraat met een noord- en een zuidwand. De noordkant ligt in de schaduw en er staat een harde wind. Dan gaan we het hoekje om en komen we in een andere wereld. Een lekker zonnetje en een vriendelijke bries.
We zijn de enige klimmers hier. Dat is niet helemaal onverwacht - het is eerste paasdag en de meeste Spanjaarden zijn behoorlijk katholiek.
We klimmen twee routes en het is weer hetzelfde verhaal als altijd: ik moet flink wennen. Nu nog meer omdat ik in december voor het laatst op rots heb geklommen en net ben hersteld van een vingerblessure. Maar ja, het zit natuurlijk vooral tussen de oren.
De rots bestaat uit een soort scherpe gaatjesstructuur. In één woord; ‘auw’. Af en toe lijkt er niets te zitten om op te staan, maar het is verbazingwekkend hoe weinig je eigenlijk nodig hebt.
Aan het einde van de middag zijn we terug bij de auto. Langs alle picknickende Spanjaarden rijden we terug naar Alicante. In ons klimgidsje staat een reclame voor een hotel in Finestrat. Daar willen we heen. De Puig Campana, een hoge berg boven Finestrat, is van veraf al te zien. Evenals de wolkenkrabbers van Benidorm. Dat lijkt eerder een Amerikaanse stad dan een toeristenoord.
Vanwege een wegafzetting eindigen we niet in Finestrat maar in Villa Joiosa, vlakbij Benidorm. Daar moet het wel stikken van de hotels… toch? Nou niet echt. We rijden een heel stuk en na veel zoeken vinden we uiteindelijk een groot hotel aan het strand buiten de stad. “Euro Tennis” – drie sterren… gaat er bij zo’n naam al wat alarmbelletjes rinkelen? Dat zou wel moeten. Deze jaren 80 betonkolos straalt vergane glorie uit. Receptiepersoneel met staartje en piercings, een bar vol bridgende Britten, beschimmelde tennisbanen, een dubbele kamervoordeur die 5 keer op slot kan (dat is blijkbaar nodig), psychedelische badkamertegels en appartementen die zo gehorig zijn dat je elkaar aan weerszijden van de muur kunt verstaan. In het appartement naast ons is tot in de kleine uurtjes een luidruchtig feestje. Lies is te moe en slaapt er doorheen, maar ik ben blij dat ik herriestoppers mee heb…

Routes:
Llei dels Maleans (6a) poging
McFlay (5)
Panchuflas (5+)
Voor herhaling vatbaar? Nee, wel als je dichterbij zou kunnen komen met een auto.

Maandag 5 april

Vandaag gaan we een dagje rustig aan doen. Het is tweede paasdag dus we hebben niet veel hoop. Maar toch is de Carrefour bij Benidorm gewoon open. We doen boodschappen en rijden door naar Finestrat. Bij een bron onder de Puig Campana is een of andere happening. Stapels rondhangende Spanjaarden, OK, we gaan wel ergens wandelen waar het niet zo druk is.
We rijden langs de kust naar het noorden. Bij Calpe verdwalen we bijna in het straatjesdoolhof van Maryvillas, een tegen de berg geplakte nieuwbouwvillawijk. Met alsmaar omhoog blijven rijden komen we uiteindelijk toch op onze bestemming; de Mirador de Toix. We wandelen over een bergrug hoog boven zee, met mooi uitzicht. Onderweg zien we veel beschermde bloemen en plantjes.
Aan het einde van de onverharde weg ligt een klimgebied. Daar is een groep Britten bezig, zo te zien onder begeleiding. Met klimgidsje in de hand oriënteer ik me alvast… we willen nu niet klimmen, maar wie weet een volgende keer.
Daarna lopen we terug en rijden we naar Idfach. Onder de Penon d’Idfach, een grote rots die met z’n voeten in het water staat, drinken we koffie en eten we een heel lekker (en fout) chocoladetaartje.
We besluiten verder naar het noorden te rijden om de klimgebiedjes aan die kant van de Costa Blanca te bekijken. We pakken de snelweg naar het noorden en verlaten hem halverwege Alicante en Valencia. Daar ligt Gandia, een grote plaats waar we een hotel willen zoeken. Geen idee of dat gaat lukken… we weten niet hoe toeristisch het hier is. Aanvankelijk heb ik weinig hoop. Er is veel industrie, winkelcentra, een universiteit… totdat we in de buurt van het strand komen en opeens allemaal hotelbordjes zien.
We parkeren, lopen wat rond en kiezen uit het aanbod Hotel Cibeles Playa. Ook dit is een drie sterren hotel maar wat een verschil met vannacht. Een modern strak pand met mooie, nette kamers. Ze hebben wel iets bijzonders: een ‘twilight zone’ lift… de parkeerkelder, normaalgesproken -1, bevind zich voor deze lift op de 6e verdieping. Vervolgens ga je omhoog maar na de 13e verdieping springt-ie weer terug naar 6. Curieus…
’s Avonds lopen we de boulevard af op zoek naar een restaurant. Het lijkt erop dat het toerisme hier vooral op de Spanjaarden zelf gericht is, we horen nauwelijks andere talen. We eten bij een tapasrestaurant, verse calamaris, patatas bravas, een salade, gegrilde groenten, kabeljauw kroketjes… lekker hoor, maar wel veel. Als we terug naar het hotel schuifelen, stoppen we nog even bij een stenenzaakje (piedras semipreciosas) voor oorbellen voor Lies.

Dinsdag 6 april

Donkere wolken pakken zich samen boven het binnenland. Aan zee staat een stevige bries, de gister zo vlakke zee laat nu rollende golven met witte schuimkoppen zien. Vandaag gaan we naar het klimgebied van Gandia. Het massief ligt vlak aan een weg, midden in de sinaasappelvelden.
Dit is één van de kleinere klimgebieden van de Costa Blanca, maar we zijn bepaald niet alleen. De rotsen hangen vol met magere, kettingrokende Spanjaarden en stoere, tufa*)-rukkende Britten. De populariteit van dit gebied is wel verklaarbaar, want er is voor elk wat wils. Hoge, verticale rotspilaren en grotachtige overhangen; korte en lange routes; moeilijk en makkelijk; en bijna zonder uitzondering goed behaakt. Wij gaan naar een sector waar nog geen klimmers zijn. Ik klim er twee routes voor. De rots is ook hier heel scherp, sommige greepjes doen echt pijn. Maar het is wel ontzettend mooi klimmen.
Ik oefen nog wat met (gecontroleerd) voorklimvallen. Daarna topropen we een pittige route en uiteindelijk klimmen we nog een iets helemaal aan de andere kant van het gebied. Daar blijkt dat niet alles even vast zit; op een randje naast deze laatste route balanceren twee losse rotsblokken. Voorzichtig dus… We worden de hele tijd gevolgd door een lief klein hondje die naast de rugzakken in slaap valt en zo onze spullen bewaakt. El perro de escalada.
Het is voorbij vieren als we hier uitgeklommen zijn. We besluiten dan ook niet door te rijden naar Salem, zoals we van plan waren, maar nog een nachtje te slapen in hetzelfde hotel. Terug naar Gandia en Cibeles Playa dus. Een overdosis chips maakt dat we qua avondeten niet veel verder komen dan een ijsje (Copa Macedonia voor mij en Copa Caribe voor Lies).

Routes:
Niet in topo (+/- 4+)
Leones (5)
Niet in topo (+/- 6a)
Talla (5)
Voor herhaling vatbaar? Ja.

Woensdag 7 april

Na het uitchecken zoeken we eerst een supermarkt. Op 200 meter van ons hotel blijkt er eentje te zitten. Nadat we bevoorraad zijn (water, brood, etc.) gaan we op weg naar het klimgebied van Salem. In het boekje lijkt het best wel een eind weg, maar de wegen zijn hier zo goed dat we er binnen een uur zijn. Europese subsidie?
Salem – heeft niets te maken met hekserij – wordt in het klimgidsje nogal gehyped. Eerlijk gezegd valt het me behoorlijk tegen. Een smalle vallei met twee rotswanden waarin het snel drukkend heet wordt. Vlakbij een grote fabriek die veel herrie maakt. Ik kan er m’n draai niet vinden. De makkelijke routes zijn te simpel, de routes die iets moeilijker zijn meteen een heel stuk moeilijker. Wat niet helpt, is de stijl van klimmen (je moet er echt voor gaan) en de hakenafstanden (behoorlijk sportief).
Ergens in de derde route begint het ook nog eens te regenen – dat terwijl de zon nog steeds schijnt! Het blijft niet bij een paar druppels, dus breek ik mijn toprope-poging af en trekken we het touw uit de route. Terwijl wij in de auto een broodje eten, ploinken er dikke druppels op het dak. Als het droog wordt, besluiten we verder te rijden. Het klimmen is toch niet geweldig en het enige dat ik eraan overhoud, zijn rode, jeukende plekken op m’n been; ik ben gestoken door een of ander gemeen steekplantje…
Onze bestemming is Alcoy, waar we willen overnachten. We rijden over een slingerend weggetje naar een bergpas. Boven de bergpas ligt een berg met steile rotswanden en onbekende klimmogelijkheden. Aan de andere kant ligt een dal met kleine dorpjes, waar de weg omheen slingert. Een echte coureursdroom.
Eenmaal in Alcoy rijden we een rondje door de stad. Het oude stadscentrum ligt op een soort plateau, waar doorheen een ravijn loopt, dat gevuld is met industrie. De stad is veel groter dan verwacht en doet me een beetje aan Luik (België) denken. We besluiten door te rijden, het is eigenlijk ook nog te vroeg om te stoppen.
We rijden naar over een andere bergpas naar het oosten. Deze pas ligt best wel hoog (1000 meter), maar we hebben geen uitzicht op de Middellandse zee; het is er mistig en waait hard.
Liesbeth wil kijken of we kunnen overnachten ten zuiden van Alicante. We rijden daarvoor naar Santa Pola, maar daar willen we niet echt slagen qua hotel. Van het eerste hotel missen we de ingang en moet je vervolgens allerlei halsbrekende toeren uithalen om er alsnog te komen. Het tweede hotel is ons veel te duur (als je nagaat wat je ervoor krijgt). Verder komen we bijna geen hotels tegen; Santa Pola bestaat grotendeels uit kilometerslange lintbebouwing langs het strand, met ontelbare appartementen voor rijke niet-Spanjaarden die dicht bij het vliegveld van Alicante willen zitten.
Daarom verlaten we deze plaats, die me op één of andere manier aan het midden oosten doet denken (wegen met gescheiden rijbanen, daartussen 50 meter dorre droogte met zand en stenen) en gaan we toch maar weer naar het Campanile in Alicante. Die weten we inmiddels toch blind te vinden... We eten daar ’s avonds, Liesbeth zalm met groenten in een jasje gefrituurd en ik entrecote met friet. Niet verkeerd. We maken alvast plannen voor morgen, en omdat we hier gratis wifi hebben boeken we ook maar alvast een hotel daar in de buurt.

Routes:
U2 (4+)
Xupla Polen (5)
Een combinatie van enkele routes (ongeveer 5+)
Voor herhaling vatbaar? Nee.

Donderdag 8 april

Zoals elke klimvakantie naar het zonnige zuiden is de verleiding niet te weerstaan… als een magneet worden we aangetrokken door de lokale Decathlon. Je hebt immers altijd wel iets nodig. In mijn geval een petje tegen de zon (vergeten) maar ook een paar nieuwe klimschoenen. Lies is toe aan een nieuwe gordel.
Daarna rijden we naar het klimgebied van Carbreras. De route erheen is nogal ingewikkeld. We zien de rotsen van ver al liggen, maar onze beschrijving is van 10 jaar geleden en klopt niet meer. Er is een nieuwbouwwijk bij gekomen en men is bezig een nieuwe snelweg aan te leggen. Maar na veel vruchteloze pogingen in doorlopende onverharde weggetjes komen we uiteindelijk toch op de juiste parkeerplaats.
Het massief, Penas del Rey genaamd, ziet er indrukwekkend uit. Het rotsmassief is ongeveer 70 meter hoog. Er zijn twee Spanjaarden aan het klimmen; nietige, kleine figuurtjes in een grote wand. Het geeft ons een aardig idee van de schaal.
Met de klimspullen lopen we het paadje omhoog. Ik neem mijn nieuwe klimschoenen me. Deze hebben een zachte zool, in tegenstelling tot mijn La Sportiva Mythos, waar ik normaal op klim. Dit is een experiment om te zien hoe dit voelt.
Het landschap hier – dorre struikjes en grote rotspartijen – doet me denken aan Pinnacles Hut bij Mount Somers, New Zealand, waar Liesbeth en ik in 2006 hebben geklommen (zie http://liesensteef.waarbenjij.nu/Reisverslag/?Nieuw+Zeeland/Adventuring+at+Mt.+Somers/&subdomain=liesensteef&module=site&page=message&id=1279729).
Ik kies een route die in twee touwlengtes naar de top voert. Het is leuk en avontuurlijk klimmen. De eerste touwlengte beklimt een rotspilaar en volgt een verticale spleet, waarlangs je omhoog piazt naar het plateau van de eerste standplaats. Als ik Liesbeth omhoog heb gehaald, volg ik een steile schouw naar de top. Boven hebben we mooi uitzicht, maar er staat wel een strak windje. Op de parkeerplaats staat alleen nog onze auto.
We willen abseilen naar beneden, maar er zitten geen ringhaken boven. Hmm… afklimmen dan maar? Ook dat blijkt niet echt gemakkelijk te zijn. Nou ja, voor dit soort gevallen hebben we maillon rapides, een soort goedkope schroefkarabiners voor eenmalig gebruik in noodgevallen. We offeren deze op en dalen de route af die we omhoog hebben geklommen.
Als we dan beneden staan blijkt het al vijf uur is. Zonde, want we hebben het idee dat er hier nog zoveel te beleven valt… misschien gaan we hier morgen wel weer naar toe?
Bij de auto doen we een verlate lunch. Stokbrood met al het broodbeleg dat we vanochtend gekocht hebben, waaronder een hele geitenkaas. De honger is wel even gestild.
We rijden naar Elda, waar we een hotel hebben geboekt. Liesbeth koopt nog een paar schoenen bij het lokale ‘centro commercial’. Met de routebeschrijving in de hand rijden we het centrum van Elda in. Een waar doolhof en alleen dankzij ‘lies lies’, een paar goede ‘split second decisions’ en wat parkeermazzel vinden we het hotel, dat in een smal straatje tegenover de kerk is weggestopt. Onze kamer, op de tweede verdieping, zit boven het dorpsplein pal naast de kerk, die elk kwartier een klokkenspel luidt. Het bed is 1.70 lang, het bad 1 meter en de callefacion (verwarming) doet ’t niet waardoor het ‘s nachts erg fris is.
’s Avonds gaan we uit eten bij la Taberna de Lucia; eten als een vorst voor 25 euro per persoon inclusief een fles wijn. Veel Spaanser – beter – dan dit wordt het niet…

Route:
Blane (4+/4+)
Voor herhaling vatbaar? Zeker!

Vrijdag 9 april

We gaan weer een stukje rijden richting het noorden. De snelweg richting Alcoy, binnendoor richting het binnenland en over bochtige weggetjes diep de bergen in. Uiteindelijk komen we in een dorpje dat Guadelest heet; een toeristische uitspatting met cafeetjes en souvenirwinkels, waar je met alle Europese talen wel terecht kunt. Heel anders dan gisterenavond, eerlijk gezegd een beetje een ‘turn off’. We lopen omhoog naar een kasteel dat in en op een rots is gebouwd. Het is dé attractie van het dorp, we zijn dus bepaald niet alleen.
Daarna rijden we verder naar Echo valley. Een groot klimgebied dat ontdekt is door een Britse gids. Naast behaakte routes kun je hier dus ook ‘trad’ klimmen (zonder haken). Dit is een goede gelegenheid om te oefenen, want er komen wat andere technieken bij kijken dan bij ‘gewoon’ sportklimmen. We doen een route met mobiele zekeringsmiddelen (nuts, friends, e.d.) en dubbeltouwtechniek. Na één touwlengte stoppen we ermee – de combinatie van een fel zonnetje en geen zuchtje wind maakt dat het hier niet te harden is.
Daarna rijden we verder naar Calpe. Dwars door de bergen en over de ‘rattenpas’, anders dan de naam misschien doet vermoeden met mooi uitzicht. Onderweg rijden we nog om naar een hotel ergens ‘in the middle of nowhere’. Maar het jacht- annex golfhotel, dat midden in de bergen ligt, is jammer genoeg niet geopend.
We dalen af naar de bewoonde wereld. We passeren verschillende kleine klimgebiedjes (Jalon valley), maar rijden door, na al die bochtige kilometers ben ik inmiddels wel aan een hotel toe. We rijden nog een slingerweggetje omhoog naar de parkeerplaats bij Monte Olta. Waarschijnlijk gaan we hier morgen klimmen.
De hotelspeurtocht eindigt uiteindelijk in Calpe bij Diamante Beach, een vier sterren luxe resort met van alles erop en eraan. Spa, drie zwembaden, animacion, enzovoorts.
We eten ’s avonds in het hotel. Op het eerste gezicht lijkt het buffet op dat ‘van de boot naar Schotland’(goed en heel veel keuze), maar het valt tegen; alles dat heet hoort te zijn, is lauw-warm. Erg jammer. Onze kamer is wel erg netjes (en we hebben leuk uitzicht vanaf de achtste verdieping), maar had wat beter geïsoleerd kunnen zijn; spelende kinderen op de gang, ook na twaalven ’s nachts, maken het gebruik van herriestoppers wederom nodig…

Route:
Scorpion (4) (1e touwlengte).
Voor herhaling vatbaar? Ja.


Zaterdag 10 april

Gelukkig is het ontbijt beter dan het diner, hoewel er regelmatig opstoppingen ontstaan bij de koffie. Toch slapen we vanavond weer hier. Het hotel is vol vannacht, maar ernaast staat een appartemententoren waarin ze ook kamers hebben. We slapen op de 18e verdieping…
We rijden omhoog naar Monte Olta. Door het bos slingert een weggetje omhoog en in een half uur lopen we omhoog naar de rotsen. Ik ben wel verbaasd; op de parkeerplaats was het behoorlijk vol, maar er is geen klimmer te bekennen. Dat terwijl het zaterdag is… een half uurtje lopen is zeker te ver voor de locals. De rest van de dag; klimmen, klimmen, klimmen. Alsof het de laatste keer is deze vakantie (dat klopt).
We zitten op een ‘ridge’ hoog boven Calpe, met prachtig uitzicht op het strand en de stad. De routes zijn wederom mooi; subtiel klimmen op kleine treetjes. Mijn nieuwe schoentjes komen me goed van pas. Ik merk dat ik zeker in ‘pockets’(kleine gaatjes) veel relaxter kan staan. We weten niet van ophouden, zelfs niet als de zon verdwijnt. Sommige routes zijn wel een beetje sportief behaakt, 5 haken op 25 meter, dat zijn Belgische afstanden…
’s Avonds eten we buiten de deur bij een Britse pub. Het loopt er behoorlijk vol vanwege ‘futbol’, Real Madrid tegen FC Barcelona. Ik heb weinig met voetbal, maar het sfeertje is wel leuk. Veel Spanjaarden combineren voetbal kijken met uit eten gaan (met ’t hele gezin).

Routes:
Du darfst (5)
Turron (5)
Das buch der 5 Ringe (5)
Vamos (5+)
Voor herhaling vatbaar? Ja, zeker gezien het soort routes (niet kinderachtig) en het tweede gebiedje met 35 routes, dat niet in de topo staat…

Zondag 11 april

Jaja, komt het er toch nog van… tussen hotel en vliegtuig liggen we toch nog even te bakken aan het strand. Een uurtje of wat, om het kleurtje nog even aan te vullen :) daarna eten we Paella bij de pub. Dan resten ons nog twee uur en tien minuten tot ons vertrek. Ik ben blijkbaar echt in vakantiestemming, want dat is niet heel veel tijd voor alles wat we nog moeten doen; van Calpe naar het vliegveld rijden (65 km), tanken, auto inleveren, borg terughalen, inchecken, security… uiteindelijk rennen we naar de gate, waar blijkt dat iedereen al is ingestapt. Maar onze vlucht wacht gelukkig nog (met Nicole!). Dan stijgen we op en is het terug naar huis, terug naar de katten… maar wel met een half uitgekristalliseerd plan om rond kerst weer deze kant op te gaan…
(Lies: vanuit de cockpit heb ik nog even een fraai overzicht over de stranden en rotsen van Benidorm, Calpe en zelfs Ibiza is te zien. Terug in Nederland vliegen we net onder de wolken door over Zeeland en Maassluis, Vlaardingen en Schiedam. Nicole manoeuvreert het vliegtuig recht op Rotterdam af, alwaar ze ondanks de felle crosswind midden op de baan 06 weet te landen. Petje af Nicole, mooi gedaan!)

*) tufa’s: druipsteenachtige rotsformaties, vaak gevonden in overhangende kalkrotsen



+++ deze vakantie werd mede mogelijk gemaakt dankzij kattenoppas van SvdL, W+NG en F+NK… muchos gracias!!!+++

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Stefan en Liesbeth

Wat doen wij op vakantie graag? Klimmen, shoppen, wandelen, trekken, vliegen, skydiven, kanoën, door grotten kruipen, boulderen, luieren, lezen, spelletjes spelen...

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 3424
Totaal aantal bezoekers 136543

Voorgaande reizen:

01 December 2005 - 31 December 2020

Alle reizen bij elkaar

Landen bezocht: